Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 41(1922)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Johannes Ruusbroec en de Duitsche mystiek. Ein Fragment vom mittelniederländischen ‘Renout van Montalbaen’ in der Rigaschen Stadtbibliothek. De bronnen van den Gloriant. Nog een Utrechtse navolging van Huygens' Voorhout. Vinland-studiën. Aernout en Willem als de twee dichters van Reinaert I gehandhaafd. Lexicologische aanteekeningen bij stichtelijk proza uit de Middeleeuwen. Kleine Mededeelingen. De bronnen van Justus de Harduijn. (1582-1641 ±). Kleine mededeelingen. Van Bere Wisselauwe. Nieuwe fragmenten van den Middelnederlandschen Parthonopeus van Bloys. Ethymologische aanteekeningen. Hyfte (Yste)? Tessalica. Een onuitgegeven Middelnederlandsch gedicht. Kleine mededeelingen Organisatie van het dialectonderzoek. Africana. Het motief van ‘Teeuwis de boer’ in een Litause ‘pasaka’. Invloed van R op klinkers in Germaanse talen. Naar aanleiding van Hooft's Galathea, siet den dach comt aen. Vínland-studiën. De overeenstemming tusschen Maerlant's Alexander en den Reinaert. Naschrift. Kleine mededeelingen.