| |
| |
| |
Afb. 1. Marcel Ryssen, 2017, © Paul de Malsche
| |
| |
| |
In memoriam
Marcel Ryssen (1927-2020)
Reynaerdiaan, gids en leraar
Rik van Daele
Met weemoed denk ik aan die voorbije twintig jaren, een stuk van mijn leven. De Tiecelijnvlek kan niet meer weggewist worden. Ik was nooit een specialist, miste daarvoor de wetenschappelijke opleiding. Ik was wat Anton van Wilderode een ‘amator’ noemde, een minnaar van een onzeglijk knap verhaal, het beste wat ooit in de Nederlanden verscheen. En daarvan heeft Tiecelijn ruimschoots getuigenis afgelegd. Ik ben fier dat ik daaraan een heel klein beetje heb mogen meewerken.
(Marcel Ryssen, ‘Het begon in 1988’, in: Tiecelijn, 2007, p. 299)
Het Waasland en het Reynaertgenootschap zijn een monument kwijt. Op 27 januari sloot een merkwaardig en menslievend mens een reis van ruim 92 jaar af. Ik ben blij en dankbaar dat ik samen met hem ruim dertig jaar het pad heb gedeeld. ‘Marcel Ryssen’, schreef ooit een oud-collega, ‘is synoniem van sublieme leraar, eminente vossenjager, geëngageerde gehandicapten-begeleider, bruegheliaanse levensgenieter, expressieve voordrager, zoetgevooisde zanger, speelse acteur, ervaren reisleider, verwoede wandelaar, uitstekende Gezelle- en Bruggekenner’.
Marcel was een menslievend man, en hij werd ook geliefd, niet in het minst door zijn oud-leerlingen, of de vele duizenden die aan zijn lippen hingen tijdens een lezing, les of rondleiding. Bestuurslid of voorzitter zijn betekende voor Marcel in alle verenigingen waar hij actief was steeds een werkende inzet. Niet in de grootse, wel vaak in de kleine dingen. Want niemand had zoveel ervaring en inzicht, niemand stelde zoveel tijd ter beschikking. Weinigen vulden hun pensioen zo in als hij. En hij kon geen ‘neen’ zeggen.
| |
Een rijk gevuld leven
Marcel Ryssen werd in Elsene geboren. In zijn zeventiende levensmaand trokken zijn ouders terug naar de West-Vlaamse wortels, naar Zwevezele, niet
| |
| |
ver van Brugge en de bossen van Beernem. Ik herinner me nog steeds de dag dat hij mij meenam naar die thuisgrond, waar hij het huis aanwees waar hij Jenny Feys, zijn latere echtgenote, die in de paasdagen van 2012 totaal onverwacht overleed, door het venster kon zien. Uit het huwelijk werd Geert geboren.
Marcel groeide als bakkerszoon op en volgde de lagere school in Zwevezele. Hij trok naar het college in Tielt, waar hij Latijn en Grieks volgde, een collegetijdschrift oprichtte, bonte avonden verzorgde én studeerde. ‘Het bakkersberoep is niet aan mij besteed’, moet hij in navolging van Frank Lateur gedacht hebben. Marcel studeerde vervolgens regentaat Germaanse talen in Antwerpen. Hij betreurde het later dat Frank Baur (1887-1969), de latere hoogleraar Nederlandse literatuur aan de Universiteit Gent en eminente Gezellekenner, hem ooit (wegens de oorlogsomstandigheden) een universitaire opleiding afraadde.
In 1949 werd Marcel, na een kort verblijf in Zwijnaarde, waar hij lesgaf aan mensen met een beperking, en in de Antwerpse Londenstraat, leraar in de Broederschool in Sint-Niklaas. In dit Instituut Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, een middelbare ‘jongensschool’ (nu gelukkig maar, gemengd), zou hij tot zijn pensioen in 1987 blijven. Hij was er collega van broeder Aloïs en Ferdinand de Bondt en vele anderen die zijn leven zouden beïnvloeden. Broeder Aloïs (Jaak Vandervee, 1881-1973), een Limburgse heemkundige en lid van de congregatie van de broeders hiëronymieten, wijdde hem in de Reynaertstof in.
In het begin van zijn leraarschap gaf Marcel zowat alle vakken. Van 1953 was ‘de Ryssen’ (toen ik van hem les kreeg, was de ‘rosse’ als bijnaam verdwenen en was het rode haar wit geworden) leraar Nederlands in de hogere cyclus. Zo heeft hij generaties leerlingen de liefde voor taal en literatuur bijgebracht. Hij gaf ook Engels in het avondonderwijs. Na zijn pensioen werd hij pedagogisch begeleider algemene vakken van de middelbare scholen van de broeders hiëronymieten, lid van het bestuur van de onderwijsinstellingen van de Broeders en voorzitter van het bestuur van MPI Emiliani te Lokeren.
Marcel Ryssen was nationaal voorzitter van het Nationaal Werk voor bijstand aan verlaten mindervalide kinderen, bestuurslid in o.a. een aantal West-Vlaamse vriendenkringen, de Cultuurkring Baensland te Sint-Niklaas en de Bibliotheca Wasiana.
In 1988 werd hij voorzitter van het Reynaertgenootschap en verantwoordelijke uitgever van Tiecelijn, eerst nieuwsbrief, vervolgens tijdschrift en later jaarboek van het Reynaertgenootschap.
| |
| |
| |
Marcel Ryssen, de reynaerdiaan
Marcel Ryssen was een kunstenaar van het woord, een ‘amator’, liefhebber, van het gesproken en geschreven woord. Ryssen ‘lezen’ is de kracht van het woord ontdekken. Zijn stijl is vloeiend en overvloedig, barok en toch direct. De voorbeelden om dit te illustreren zijn te vinden in tientallen artikels in Kruis en Leeuw, het vroegere lokale Davidsfondsblad, het regionale weekblad Het Vrije Waasland, Band, het oud-leerlingenbondblad van de Broederschool, en vooral in Tiecelijn. Dit tijdschrift, dat in 1988 als een ‘nieuwsbrief voor reynaerdofielen’ werd opgericht door Rik van Daele, Herman Heyse en hemzelf, bevat honderd grote en kleine bijdragen van Marcel. Marcel was de bedenker van de naam van deze publicatie. Als ‘naamgever’ kwam hij al heel snel met de naam van de zwarte vogel aanzetten, boodschapper, brenger van goed en slecht nieuws - de eerste vergaderingen vonden plaats in de werkkamer-bibliotheek van zijn woning in de Prinses Josephine-Charlottelaan in Sint-Niklaas.
Marcel publiceerde in Tiecelijn besprekingen, portretten, interviews en monografieën (van o.a. André Stoop, Fernand van Durme, Bert Decorte, Anton van Wilderode, Jo van Eetvelde, Chris Ferket, Jean van Riet, Jaak van der Helst en vele anderen), maar ook meer diepgravende artikels over Reynaertwerk van Abraham Hans, Achilles Mussche (met als titel: ‘Geen boek voor blozende maagden’), Hubert Melis, Omer Karel Delaey en vooral over de liberale voorman en Reynaerthertaler/-herhaler Julius de Geyter. Aan Gezelles bijdragen in Rond den Heerd, 't Jaer 30 en Reynaert de vos. Een zondagsblad voor verstandige lieden wijdde hij meer dan een artikel. Zijn liefde voor West-Vlaanderen was te vinden in de studie over de Roeselaarse Nieuwmarkter en trickster Peegie, en ook nog in een zoektocht naar West-Vlaamse Reynaertsporen, een van zijn laatste bijdragen. Hij publiceerde ook over de taal van Streuvels in het tweede jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap in 1996. Van heel wat van deze auteurs was er op het moment van Marcels publicaties nog nauwelijks iets over hun Reynaertwerk gepubliceerd. Marcel Ryssen benaderde zijn onderwerpen als amator en leraar, minder als wetenschapper. Die wetenschappelijke reflex vond hij evenwel in zijn onmiddellijke omgeving en bij de leden van de Tiecelijnredactie. Zijn allerlaatste bijdrage, een bespreking van het luisterboek dat door Pol Goossens was ingesproken voor HKM Literatuur, verscheen in jaarboek 7 uit 2014 (hij was toen 87). Zijn laatste tussenkomst was het interview met Hans Rijns naar aanleiding van zijn aftreden als voorzitter van het Reynaertgenootschap aan de vooravond van zijn negentigste verjaardag.
| |
| |
Marcel had in de eerste jaren ook enkele veelgelezen rubrieken, zoals het beknopte verslag van wat er in de kranten over de vos verscheen. Hij kon zich daar in zijn geheel eigen stijl uitleven. Een heel ander werkje was het maken van handmatige inventarissen van de jaargangen 1 tot en met 20, verschenen in twee bijzondere publicaties van Tiecelijn. Een monnikenwerk waaraan niemand anders wilde beginnen, resulteerde in een zeer bruikbaar apparaat voor wie het tijdschrift nu wil doorzoeken. Marcel bracht ook ruim twintig jaar lang de Tiecelijntjes naar de post en bleef zo ook een dienstbare voorzitter.
Bijna even lief als West-Vlaanderen hem was, was hem het Waasland lief, de regio tussen Schelde en Durme, waar het leven hem veel geluk bracht, waar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen groeiden en bloeiden. Hoewel hij in de gezonde dagen wekelijks met Jenny naar West-Vlaanderen reed, aardde hij goed in het zoete land. Reynaert de vos was de rode draad om dit tweede vaderland te beschrijven, en dit in de Davidsfondsgids Het land van Reynaert (samen met Rik van Daele en Herman Heyse in 1991, tweede druk in 1993), in Reynaertland, de langeafstandswandelpadgids van de vzw Grote Routepaden (samen met Freddy Tuerlinckx in 1998) en de Reynaertroute-Zuid, de beschrijving van een van de twee Reynaertroutes uit 1998 (uitgave Toerisme Oost-Vlaanderen). Op 15 februari 2020, veertien dagen na de afscheidsviering in de Sint-Jozefskerk van Tereken, werd de vernieuwde uitgave van een nieuw uitgewerkte wandelroute van de vzw Grote Routepaden in Gent bekroond tot de ‘Beste Wandelroute van de Benelux 2020’.
Marcel ging ook creatief met de Reynaerttekst aan de slag. Dat deed hij o.a. in de vele tientallen voordrachten en inleidingen bij lezingen en manifestaties, zoals de bijeenkomsten van de Orde van de Vossenstaart en de presentaties van de publicaties van het Reynaertgenootschap. Maar hij was ook een van de auteurs van het Euro-Reynaertmassaspel Ik, Reynaert!, dat in het Romain de Vidtspark in Sint-Niklaas in 1992 werd uitgevoerd in een regie van Jaak van der Helst. Die laatste, Yvan de Maesschalck en Freddy Poeck waren de medeauteurs.
Marcel Ryssen zorgde ook voor de tekst van het eerste stripverhaal van het Intergemeentelijk Project (IGP) Het Land van Reynaert bij de tekeningen van de Zeeuws-Vlaamse tekenaar Kris de Roover. Dit boek beleefde twee oplagen en werd op vele duizenden exemplaren gedrukt. Tot slot sprak hij het verhaal in op de cd Marcel Ryssen vertelt Reynaert de vos, door het Reynaertgenootschap op 1000 exemplaren in eigen beheer uitgegeven in 2010. Deze Reynaertvertelling is integraal op de site van het Reynaertgenootschap te horen, en werd ook
| |
| |
geïntegreerd in de lerarenhandleiding van het leerboek Markant van uitgeverij Pelckmans.
Hiermee zijn Marcels Reynaertpublicaties geenszins in extenso geïnventariseerd. We geven hiertoe een aanzet in de bijlage bij dit artikel waarin we pogen Marcels Reynaertbibliografie in kaart te brengen. Er zijn echter nog veel andere verdiensten die we even goed moeten belichten om deze veelzijdige man te schetsen.
Afb. 2. Marcel Ryssen, presentatie Tiecelijn, Sint-Niklaas, 2014 - foto © Staf Baeten.
Afb. 3. Marcel Ryssen, presentatie Tiecelijn, Sint-Niklaas, 2016 - foto © Staf Baeten.
| |
| |
Afb. 4. Marcel Ryssen, krijtvos, Grote Markt Sint-Niklaas, 2017 - foto © Paul D'Eer.
Afb. 5. Hilde Reyniers, Willy Feliers, Marcel Ryssen en Rik Van Daele, Tiecelijnstraat Belsele, 2014 - foto © Stefaan Baeten.
| |
| |
Afb. 6. Bestuur van het Reynaertgenootschap (links Yvan De Maesschalck) (2014) - foto © Paul de Malsche (n.a.v. nominatie Cultuurprijs Sint-Niklaas 2013).
Afb. 7. Marcel Ryssen en het bestuur van het Reynaertgenootschap (rechts Peter Everaers) (2018) - foto © Paul de Malsche (n.a.v. nominatie Cultuurprijs Sint-Niklaas 2017).
| |
| |
| |
Marcel Ryssen: de gids
Als leraar Nederlands heeft hij tientallen jaren (toen het café Reinaert in Daknam-dorp nog geopend was) generaties studenten in het Waasland op toeristische ontdekkingstocht gestuurd, met poëziebundels, vragenlijsten en fototoestellen gewapend voor een felle fietstocht. Hij zat aan het eindpunt achter een pint schuimend bier. (Het schuim stond ook op mijn lippen, maar dan van de inspanning.) Maar ook Filip de Pillecyn volgde hij met De soldaat Johan naar Sombeke, tot bij De veerman en de Jonkvrouw in Hamme, in Den Bunt bij de Mensen achter de dijk, en het beeld van Albert Poels aan de samenvloeiing van Schelde en Durme.
Als gids heeft hij tientallen Reynaertbustochten gereden. Veelal klopte Toerisme Waasland bij Marcel aan wanneer verenigingen om een busrondrit vroegen. Mijn mooiste herinneringen zijn de uitstappen die we samen uitstippelden als literaire bustocht voor het Reynaertgenootschap. De lijst van bustochten met een uitgelezen gezelschap van reynaerdianen en geïnteresseerden is lang. Ik breng er enkele in gedachten, die alle slechts eenmaal werden gereden, vaak met Philip van Raemdonck als chauffeur. Enkele malen keek het gezelschap zelfs naar een speciaal gecreëerde voorstelling.
• | 1995: Van Daknam via Oudenbos naar Destelbergen, met bezoek aan het atelier van Firmin de Vos en kasteel Notax en verder naar het Campo Santo en Hijfte. |
• | 1996: Het land van Elmare: ‘Op zoek naar Elmare’ in het krekengebied met Sint-Jan-in-Eremo, Watervliet, Waterland-Oudeman en met een afsluiter in Aardenburg. |
• | 1997: Het land van Stijn Streuvels met stopplaatsen in Kruishoutem, Tiegemberg, Ingooigem, de Waterhoek en Oudenaarde. |
• | 1998: Het Brugge van Gezelle en het Damme van Maerlant en Uilenspiegel. |
• | 1999: Literair Frans-Vlaanderen, met bezoeken aan Ieper en Cassel. |
• | 2000: Reynaert en L.P. Boon: Wapenbroeders met stopplaatsen in Aalst (het stadsmuseum, en Huize Isengrimus in het gezelschap van Jeanneke Boon) en Gent (Sint-Pietersabdij, de Vooruit). |
• | 2001: Jan Frans Willems en Cyriel Buysse achterna (de KANTL en de Sint-Baafsabdij in Gent, Afsnee, Sint-Martens-Latem en Deurle). |
| |
| |
• | 2002: Elsschot en Timmermans met bezoeken in Antwerpen (Museum Plantin-Moretus en de begraafplaats Schoonselhof) en Lier (stadswandeling met bezoek aan het Opsomerhuis). |
• | 2003: Anton van Wilderode met stopplaatsen in het college in Sint-Niklaas, het woonhuis in Moerbeke en kasteel Notax in Destelbergen. |
• | 2004: Een Reynaertroute rond inpolderingen en cisterciënzers met bezoeken aan Hulst, Kloosterzande, het Verdronken van Land van Saeftinghe en fort Liefkenshoek in Kallo. |
• | 2005: 50 jaar Reynaertroute met bezoeken aan Sint-Niklaas, Moerbeke en Wachtebeke. |
• | 2006: Guido Gezelle, met het neogotische kasteel van Loppem, de abdij Zevenkerken in Sint-Andries-Brugge, het klein seminarie en literaire stadswandeling in Roeselare (met o.a. het Peegiemonument). |
• | 2007: Literair Zeeland met o.a. het Watersnoodmuseum en Brouwershaven, Zierikzee en Veere. |
De meer klassieke tochten werden in allerlei varianten voor vele groepen gegidst:
• | 1991: Het land van Reynaert: van Hulst tot Rupelmonde. |
• | 1999: Reynaertroute: van Hulst naar de Kriekeputtes, Meerdonk, De Klinge, Stekene, Wachtebeke, Axel, Absdale, Kloosterzande, Paal en Graauw naar Hulst. |
• | 1999: Reynaertroute-Zuid: van Sint-Niklaas naar Rupelmonde langs Temse, Waasmunster, Lokeren, Lochristi, Wachtebeke, Boudelo, Daknam, Sinaai en Belsele. |
Tijdens al deze bustochten las Marcel Ryssen voor uit literaire teksten, bij diverse haltes, staand op een stoel of een bank boven het geamuseerde publiek. Dit is een onuitwisbaar beeld: het is 17 mei 1997. We zijn tijdens een pinksterweekend met vijftig neergezeten in café De Meerschblomme in Ruien, en luisteren. Marcel op kousen op een stoel, schoenen op de grond, mouwen opgestroopt, de leesbril fel op de neus, de handen in de lucht, in de Waterhoek in Streuvelsland. Streuvels' De Vlaschaard en de Reynaert declamerend. Opvallend was dat na Marcels overlijden mensen precies deze momenten uitkozen om in gedachten te brengen. De bank op het dorpsplein in Daknam, de bank langs de Moervaart in Stekene, aan de Roste Muis in het Meetjesland, bij het
| |
| |
graf van Karel van de Woestyne op het Campo Santo, in de kelders van Kasteel Notax te Destelbergen, op de Kriekeputtebank in De Klinge, of het meest en het liefst nog op de Reynaertbank in het De Vidtspark van Sint-Niklaas of in de kelders van kasteel Wissekerke te Bazel, waar hij met zijn felle vossenstaart - een trofee voor vossenverdienste - kwispelde.
Marcel was niet alleen een Reynaertgids. Hij leidde groepen rond in Brugge, West- en Frans-Vlaanderen, in zijn geliefde Engeland - met een voorliefde voor Londen en Oost-Engeland. Leerlingenreizen gingen van Kent tot Cornwall, van Dover tot hoog in het Schotse noorden. Hij gaf ook (toeristische en) literaire voordrachten over Reynaert, Gezelle, De Pillecyn, Timmermans, Van Gogh en over humor in de Nederlandse letterkunde. Iedereen hing aan zijn lippen.
Reynaert de vos leverde Marcel ook een aantal zoete vruchten op. In 1991 werd hij samen met Herman Heyse ‘om zijn reinaerdieën speels aanvaard in de Orde van de Vossenstaart’. Hij zou voorzitter worden van deze vereniging van 2003 tot 2013, wanneer ze ophield te bestaan. Eerder was hij al benoemd in de Sint-Niklase Groot-Orde van den Vos Reynaerde. Samen met Rik van Daele en Herman Heyse (postuum) werd hij onderscheiden met de Cultuurprijs Stekene-Hontenisse in 1992 en hij werd gezel en lid van de Orde van de Wase Raap in 2000, zoals burgemeester Luc de Ryck van Temse het treffend verwoordde: lid van de toeristische adel van het Waasland.
Naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag schonk het Reynaertgenootschap Marcel in 2007 een portret-ex-libris van Hedwig Pauwels. Die werd gebruikt op het hoesje van de in 2010 door het Reynaertgenootschap geproducete cd Marcel Ryssen vertelt Reynaert de vos. De prent werd ook gebruikt voor Marcels gedachtenisprentje.
Op 4 juli 2013 ontving hij in Sint-Niklaas de Leeuwenpenning van het Davidsfonds, een vereniging waar hij via voordrachten, gidsbeurten en publicaties een leven lang heeft meegewerkt. Met het Reynaertgenootschap werd hij ook enkele malen genomineerd en gehuldigd, o.a. door de cultuurraad van Sint-Niklaas als ‘Vereniging van het jaar 2017’. Hij maakte Krijtvossen samen met zijn achterkleinzoon mee.
Marcels laatste publieke optreden was de viering van 30 jaar Reynaertgenootschap in de Verlatzaal van kasteel Cortewalle in Beveren, waar ook dertig jaar Tiecelijn werd gevierd en jaarboek 30 werd gepresenteerd. Hij nam er dankbaar en emotioneel afscheid van zijn voorzitterschap.
| |
| |
| |
Marcel Ryssen: de leraar
Tot nu toe hebben we uitvoerig de reynaerdist Marcel Ryssen geschetst. Die is echter onlosmakelijk verbonden met zijn leraarschap.
Marcel Ryssen is voor mijzelf en voor velen een veerman geweest: een gids en levensgids. Ryssens leuzen: ‘Nooit opgeven’, ‘Blijven werken aan een droom’, ‘Kritisch zijn tegen gekruip en onrechtvaardigheid’, ‘Strijden tegen de verloedering van het landschap’ (tegen de stalen generaals), ‘Vechten tegen de waanzin in het land der dwazen’. Tegenover die waanzin plaatste hij het leren genieten van de schoonheid van het landschap en de kracht van de literatuur en de muziek. Deze boodschap verkondigde hij met passie. Lesgeven was een heilig vuur doorgeven. Het was een voorrecht van een gedreven leraar les te krijgen (en Marcel was niet de enige, maar was er wel één uit duizend). Wat ik me herinner, is de wijze, al wat oudere leraar, levensecht, inspiratie en levenswijsheid gevend, met pedagogisch inzicht en met veel liefde voor jonge mensen.
Marcel gaf ons menselijkheid, levenswijsheid en beroepskennis door via zijn literatuuronderricht en de keuze van literaire fragmenten. Hij wilde zijn leerlingen iets meegeven: hoop, schoonheid, engagement en rebellie. Nooit heb ik meer gelezen dan in de vakantie van 1979 na het schooljaar waarin Marcel ons had lesgegeven en ons had leren kennismaken met Jan Wolkers (Een roos van vlees), Hendrik Conscience (De leeuw...), Sigrid Undset (Kristin Lavransdochter), Anne Frank, Antoon Coolen (Kinderen van ons volk), Stijn Streuvels (Leven en dood in den Ast), Trygve Gulbranssen (Het geslacht Bjorndal), Willem Elsschot (Lijmen), Gerard Walschap (Het kind), Louis Paul Boon (Pieter Daens), Multatuli (Woutertje Pieterse), Louis Couperus (Eline Veere), Franz Kafka (De gedaanteverwisseling), Hubert Lampo (De komst van Joachim Stiller), Dostojewski (De gebroeders Karamazov), Cyriel Buysse (De schandpaal), Jacob van Lennep, Karel van de Woestyne, Marnix Gijsen, Felix Timmermans, Johan Daisne, Jef Geeraerts, Ivo Michiels, Nicolaas Beets, A. den Doolaard (De grote verwildering), Ward Ruyslinck, Karel van Isacker, Filip de Pillecyn (De veerman en de jonkvrouw) en dieper in de geschiedenis: Hendrik van Veldeke, Karel ende Elegast, de Beatrijs, het Egidiuslied, Marieke van Nimweghen en de onsterfelijke vos van Willem. Ik heb de boeken verslonden waarvan we fragmenten hadden gelezen. En ik ging Germaanse filologie studeren en een lerarenopleiding volgen om Marcel in de Broederschool op te volgen. (Helaas ben ik zelf te weinig leraar geweest in mijn latere loopbaan, maar mijn oudleraar werd meer dan dertig jaar lang een
vriend en tochtgenoot.) Dit laat een
| |
| |
mens niet los. Marcels lessen gaven een jonge mens houvast en structuur in een wereld die geteisterd werd door de ontvoeringen, moorden en aanslagen van de Rote Armee Fraktion, de kapingen van treinen door Molukkers en van vliegtuigen door Palestijnen.
Marcels passie voor de literatuur en zijn Reynaertmicrobe hebben heerlijke schade aangericht. De integrale, expressieve lectuur van Van den vos Reynaerde, een brok wereldliteratuur, wortelend in het zoete land, gereciteerd met zoveel brio van op - niet van achter - de lessenaar, heeft onuitwisbare sporen achtergelaten. Niet alleen vossensporen, maar groeven die in het pad van het leven gegrift staan.
Brugse beer, wijze kater, slimme vos, nobele leeuw. De Marcel Ryssen die ik gekend heb, was vooral een inspirerend en eenvoudig man, dankbaar, zachtzinnig en menslievend. Hij verdient onze hulde en dank.
Toen ik in januari op een koude zondagmiddag in zijn ziekenkamer in Beveren binnenkwam, stonden zijn twee schoenen netjes naast elkaar in de zetel. Het verhaal was verteld. Tijd voor een nieuwe tocht.
Afb. 8. Cd-hoes met ex libris Marcel Ryssen van Hedwig Pauwels (2007).
| |
| |
• | onovertroffen en sublieme leraar |
• | goede en trouwe vriend |
• | eminente vossenjager |
• | fiere en dankbare voorzitter |
• | barokke schrijver |
• | gedreven redacteur |
• | expressieve voordrager |
• | bewogen redenaar |
• | vurige verteller |
• | gedreven bestuurder van verenigingen |
• | geëngageerde begeleider van mensen met een beperking |
• | overtuigde catechist |
• | ervaren reisleider |
• | uitstekende Engeland-, Gezelle- en Bruggekenner |
• | liefhebbende echtgenoot, vader, grootvader en overgrootvader |
• | geëngageerd familielid |
• | bruegeliaanse levensgenieter |
• | inspirerende man die mensen graag zag. |
Afb. 1 en 9. Marcel Ryssen, 2017, © Paul de Malsche.
|
|