Thirsis Minnewit. Deel 3
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 106]
| |
Stem: Waar mag Goossen nu etc.1.
Vryers, wilt gy gaen uit vryen,
Zet uw pols Ga naar voetnoot+ niet al te veer:
G'lijk by g'lijk, dat kan bedyen,
Dan soo krijgt gy lof en eer.
Mind geen maget trots en teer
Daer gy staeg moet hopen
En op 't lest,
Met de rest
Ongetroost moet lopen.
2.
Blaeuwe schenen zijn de zanden
Daer het scheepje op verzeilt. Ga naar voetnoot+
Voor de klippen, voor de stranden
Is hier noodig dat men peilt:
Soo een Vryer eenmaal seilt,
't Geeft terstont een lyen.
Menig man
Hoort het an
Met een soet verblyen.
3.
Yder sal u smadig kwellen:
‘Vriend, u Liefje was te rijk.’
Let hier op, gy jong gesellen:
Best te minnen sijns gelijk.
Ziet gy van de min geen blijk,
Troost'loos sult gy dwalen,
Yder sal
't Ongeval
Tot uw leet ophalen.
4.
Als een springer niet wil gissen
Maer gaet los Ga naar voetnoot+ en onbedagt,
| |
[pagina 107]
| |
't Is een regel, 't kan niet missen,
Of oom kool Ga naar voetnoot+ raekt in de gragt.
't Komt hem aen heel onverwagt,
Mits hij niet wou peilen,
Maer hy siet
Met verdriet
Naderhand sijn feilen.
5.
Schuwt voorsichtig dese plagen,
Menig gaet er druipen Ga naar voetnoot+ heen.
Schoon sy witte kousjes dragen,
Onder schuilt een blaeuwe scheen.
Als men stiltjes, soo ik meen,
Peilen mogt de gronden,
'k Wed, haer hert
Van de smert
Wierde vol gevonden.
|