Thirsis Minnewit. Deel 3
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdVois: Voerman van der Hel.1.
’t Is tijdt dat ik bestel, eer dat ik kom te sterven,
Een order Ga naar voetnoot+ op mijn staet en na te laten Ga naar voetnoot+ goed
Op dat ik het verdeel onder mijn regte Erven:
Een yder krijgt het zijn van al mijn naeste bloed. Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 40]
| |
2.
Maer Vrienden, geld nog goed sult gy niet by mijn vinden,
Nog geen Ga naar voetnoot+ berooyde staet, dat is een troost voor my.
Gy sult door geen proces uw beursen zien verslinden:
Gy vind my sonder geld en ook van schulden vry.
3.
Maer daerom niet te min ik maek Ga naar voetnoot+ u voor mijn sterven
Mijn kleeren van mijn lijf die ‘k geen meer dragen kan,
Dan weetje wat voor schat dat gy van mijn sult erven:
Mijn gantse Testament daer hebje weinig an,
4.
Daer by mijn kous en schoen die ‘k niet lang heb gedragen
Als ontrent twaelf jaer, op mynen studie School
Van Bacchus gasten koen. Ga naar voetnoot+ Myn vrienden en myn magen
Schenk ik myn Japonse rok Ga naar voetnoot+ en smeerig Kammezool. Ga naar voetnoot+
5.
Mijn ponjaert, scherp en fel, die had ik haest vergeten,
Die in ’t vyftiende jaer Ga naar voetnoot+ niet uit de schee en kwam,
En ook myn nieuwe rok, die is ruim half versleten,
En ook myn wandel-stok Schenk ik myn Erfgenaem.
| |
[pagina 41]
| |
6.
Besteld dan voor het eerst Ga naar voetnoot+ myn lichaem wel ter aerden,
Besloten in geen kist, maer in een holle vat.
Vraegt gy daer reden van, ’t was dat ik hiel in waerde
De voeder van de Wyn, Ga naar voetnoot+ dat edele Bacchus nat.
7.
De dragers van mijn lijk, dat sullen zijn Studenten
Van Venus hooge School of gasten van Vulkaen Ga naar voetnoot+
Of andere Officiers of sulke soort van venten
Die voor het edel’ nat het Wildbraed laten staen.
8.
De volgers van myn lyk gekleed in ‘t rood Scharlaken,
Met pijpen in de hand, in plaets van Rosemaryn, Ga naar voetnoot+
Karrebonkels in ’t gezigt Ga naar voetnoot+ op Inkarnate kaken,
Met lanffers Ga naar voetnoot+ op de hoed van ’t Edele blad Fleryn. Ga naar voetnoot+
9.
Ik wil niet dat de Klok sal uuren om myn klinken,
Of om mijn doode romp. Hier mee dan overluid: Ga naar voetnoot+
Gy zult dan tot afscheid een fles voor myn gaen drinken, Ga naar voetnoot+
En kloppen op de kan en drinken uit de Fluit.
| |
[pagina 42]
| |
10.
Dat sal een teeken zijn dat ligtmis is gestorven:
Die in zyn leven was Liefhebber van de smook Ga naar voetnoot+
En in wiens kelder was noit Wyn nog bier bedorven,
Maer alles dat hy had, dat bleef by hem in rook. Ga naar voetnoot+
|
|