Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 83]
| |
Stem: Och mijn Engel vol waarde1.
‘Og, myn Lief, myn leven,
Gaat gy my nu begeven,
Ontrouwe Minnaar,
Nu ik gaa van u zwaar?
Ik klaag u myn verdriet
Maar gy en acht my niet
En speelt met myne reden
Gelijk een wind met Riet.’
2.
‘Wel zoete Annaatje,
Wat 's dat voor een praatje?
Jou malle geklagh
Dat is daer ik om lagh.
Wel Liefste, gaat gy zwaar,
Loop heen en soekt de Vaar
En laat my in mijn wesen.
Dit komt zeeker raar.’ Ga naar voetnoot+
3.
‘Ach, myn waarde gepresen,
En zwoert gy niet voor desen
Als dat gy myn zou
Nooit laaten in rou?
Het Schrifje dat moet
- Geschreven met u bloet -
U zelver overtuigen:
Ziet doch wat gy doet.’
| |
[pagina 84]
| |
4.
‘Het schrifje, zoete Meysje,
Schreef ik maar om een reysje Ga naar voetnoot+
Te nemen myn pleyzier
Met u, zoet aardigh dier.
De Eeden, Vrindin,
Voor 't Altaar van de min
Zyn met de wind vervlogen.
Steld dat maar uyt u zin.’
5.
‘Aanschouwt eens myn oogen
En hebt doch mêdogen
Met myn, onteerde Maagt,
Eer u hertje nog knaagt
Al over deze daat
Als het sal zyn te laat.
Ach, komt myn te baten Ga naar voetnoot+
In myn droeven staat.’
6.
‘Wel wat helpt dit klagen?
Gy sult my noyt behagen,
Dat weet gy, Liefste zoet,
Dat Ga naar voetnoot+ myn lust is geboet.
Ey, steld u dog te vreen:
Gy zyt het niet alleen
Die zoo een Kindje dragen,
Dat is nu gemeen.’ Ga naar voetnoot+
7.
‘O, gy wreede ontrouwe!
Ha, schender der Vrouwe!
Hoe waar ik helaas
Zoo sot en zoo dwaas?
Och, och, hoe zit ik nou,
Geen Maget, noch Vrou.
Dochters, wilt hier uyt leeren:
Spiegelt u aan myn rou.’
|