Beknopte verantwoording
Jos Houtsma
De tekst van het eerste deel van Thirsis Minnewit is uitgegeven op basis van de oudst bekende uitgave, die van Willem van Hekeren, Amsterdam 1708, bewaard in de bibliotheek van de universiteit van Amsterdam onder de signatuur MUZ 122. Bij het vaststellen van de tekst is tevens gebruik gemaakt van de uitgave van Johannes van Heekeren, Amsterdam 1712 ( Bibliotheek van de Radbouduniversiteit Nijmegen, signatuur 39 c 296 ), van de ongedateerde uitgave van Johannes van Heekeren (Tresoar, Leeuwarden signatuur 2588 TL) en van twee latere edities: die van Abraham Cornelis, Amsterdam z.j. (ca. 1750, privé-bezit), en die van Marinus de Vries, Deventer, z.j. (na 1735, privé-bezit).
De tekst van het tweede deel is uitgegeven op basis van de oudst bekende uitgave van Johannes van Heekeren: Amsterdam 1710, bewaard in de bibliotheek van de universiteit van Amsterdam onder de signatuur MUZ 122. Bij het vaststellen van de tekst is tevens gebruik gemaakt van de uitgave van Johannes van Heekeren, Amsterdam 1711 (Bibliotheek van de Radbouduniversiteit Nijmegen, signatuur 39 c 296), van de ongedateerde uitgave van Johannes van Heekeren (Trezoar, Leeuwarden signatuur 2588 TL) en van latere edities: die van Theodorus Crajenschot, Amsterdam z.j. (ca. 1750, privé-bezit), en die van Marinus de Vries, Deventer, z.j. (na 1735, privé-bezit).
Er bestaat een afwijkende versie van het tweede deel, die van de Wed. van Gysbert de Groot, de oudst bekende versie uitgegeven in Amsterdam 1710 (bewaard in de Koninklijke bibiotheek in Den Haag onder signatuur 13 L 22). De in de editie van Van Heekeren niet voorkomende liederen uit de editie De Groot zijn apart uitgegeven. Bij het vaststellen van de tekst van deze liederen is ook de editie De Groot van 1726 (in privé-bezit) geraadpleegd.
De tekst van het derde deel is uitgegeven op basis van ‘verbeterde’ uitgave van Johannes van Heekeren: Amsterdam 1712, bewaard in de bibliotheek van de Radbouduniversiteit Nijmegen, onder de signatuur 39 c 296. De tekst is vergeleken met die van 1711 (bibliotheek van de universiteit van Amsterdam MUZ 122), met die van de editie van Johannes van Heekeren, Amsterdam 1716 (Leeuwarden, Trezoar, signatuur 2588 TL) en met die van Theodorus Crajenschot , Amsterdam z.j. (rond 1750, privé-bezit) en van Marinus de Vries, Deventer, z.j. (na 1735, privé-bezit). De liederen uit de editie 1711 die in 1712 niet opnieuw zijn opgenomen, zijn als bijlage aan de tekst toegevoegd.
De vrolyke zang-godin is uitgegeven op basis van de editie van Jan Graal, Amsterdam 1713 (KB, 233 L 3). Bij het vaststellen van de tekst is gebruik gemaakt van de editie van Jan Graal, Amsterdam 1716 (Trezoar Leeuwarden, signatuur 2588 TL). Tevens is gebruik gemaakt van edities van Abram Cornelitz, Amsterdam, z.d. (ca. 1750, privé-bezit), en Marinus de Vries, Deventer, z.d. (na 1735, privé-bezit)