Thirsis Minnewit. Deel 2
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| |
Beklaagde Trouw Ga naar voetnoot+ | |
Stem: Dorothea hoort myn sugten1.
Jongmans, hoort mijn droevig zugten
Want ik leef in ongenugten,
Seer desolaat
In myn bedroefde staat.
Ik mag
Den dag
Met reden wel beklagen
Doen ik eerst,
Onbevreesd,
Myn Lief quam om 't Ja-woord vragen.
Ag, dat wast,
Armen Gast,
Om mijn lieve hals een bast. Ga naar voetnoot+
2.
Ik onnosel Heeren Knegjen
Vryden na ons lieve Bregjen,
Mijn Sinjeurs Meit.
Maar hoe ben ik verleit:
Die pry
Heeft my
Soo schandelijk bedrogen!
Dese sloor
Die gaf voor
- Maer het was al vals gelogen -
Dat sy had
Geld en schat,
Maar wat grooter kool Ga naar voetnoot+ was dat.
3.
Ik Trouden dan met dit zoet Meisjen,
Poezel, blank en glad van vleisjen,
En ik zag
Voor my geen liever dag!
Ik was
Nog pas
Getrouwt een vijf, zes dagen,
Dat ik haar
- 't Was heel raar -
Na haar Geld begon te vragen.
| |
[pagina 119]
| |
Zy zey: ‘Guit,
Ik heb geen duit
Als mijn Moeders goed voor uit.’ Ga naar voetnoot+
4.
Daar viel voor my niet ten besten, Ga naar voetnoot+
't Was al nihil op requesten.
Myn Vrouw zey: ‘Vrind,
Ziet dat gy maar wat wind.
Gy moet
- Gants bloed - Ga naar voetnoot+
Jou lieve lijfje stellen
In die staat
- Zoete maat,
Wilt uw zinnetjes niet kwellen - Ga naar voetnoot+
Om by dag
En by nagt
Te werken met al jou kragt.’
5.
Ag, dagt ik, lieve Monkeurtje! Ga naar voetnoot+
Was ik als voor dees Sinjeurtje
Syn Heeren-Knegt,
Gy loerde Ga naar voetnoot+ my niet, Bregt,
Maar nouw
- O rouw! -
Moet ik myn leven enden
Met mijn Bregt,
Armen knegt!
Ag, wat leef ik in ellenden!
Nagt en dag,
Met geklag,
Tragt ik na myn Sterrif-dag.
6.
Mijn Beminde lieve Vroutje
Holp myn op een Modder-schoutje Ga naar voetnoot+
Daar ik, ô bloed!
Schier nagt en dag op vroet Ga naar voetnoot+
En zey
- O mey! -
Zit heele gantsche dagen
En drinkt Thee
Coffie mee,
| |
[pagina 120]
| |
Chocolaat na haar behagen.
Kom ik t'huis,
Zat en buis, Ga naar voetnoot+
Vind ik haar, ô droevig kruis!
7.
Al ons goed heeft zy verzopen,
'k Heb geen Schoenen om te lopen,
Geen Geld of Pand.
Waar ik weer in mijn Land! Ga naar voetnoot+
Ons Bed
Verzet, Ga naar voetnoot+
Dekens, Lakens en Sloopen: Ga naar voetnoot+
'k Leg by nagt,
Heel onzagt,
Met haar in het stroo gekroopen.
't Is een Dier Ga naar voetnoot+
Dat ik schier
Dol word van dat slegt pleizier.
8.
Ag, bedroeft en gruwel Ga naar voetnoot+ Trouwen!
Had ik mijn alleen gehouwen!
Ag, was ik weer
In dienst al van myn Heer:
Ik zou
Geen Vrouw
Mijn vryigheid verkopen.
Jonge Maats,
Wilt zoo dwaas
Niet na u verderf lopen.
Spiegelt jou
Aan mijn rou,
Neemt zoo ligt als ik geen Vrou.
|
|