Thirsis Minnewit. Deel 2
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdOp een aangename Voys1,
Lestmael quam Cupido mijn opwecken
Daer ik seer soet lag in mijne rust;
Phoebus die quam mijn opwecken Ga naar voetnoot+
Want ik was heel ontlust, Ga naar voetnoot+
Dat ik mijn most ontdecken Ga naar voetnoot+
Door brand van Minne-lust.
2.
Ik voelde mijn hertje heel ontsteken
Dat ik moest uyt mijn bed opstaen.
Het was om mijn Lief te spreken:
‘Och, hoort mijn klachten aen,
Lief, wilt u hooft uyt-steken, Ga naar voetnoot+
Ach, hoort mijn kermen aen.’
3.
‘Stilletjes gaat, Vrouw Venus Jonker,
Mijn dunkt ik hoor daar myn Mompeer. Ga naar voetnoot+
Ik wensje gerust, Ga naar voetnoot+ myn Jonker.
Stilt u gelammeteer.
Gaat naar u huys, 't is donker,
Want ziet het word onweer.’
4.
‘Liefje, hoe kan ik na huys toe treden!
Ik zweerje, zoo waerlijk als gy leeft,
| |
[pagina 5]
| |
Dat ik hier sta beneden
Gelijk een Riet dat beeft.
Liefje, komt dog beneden
Dat ikje een zoentje geef.’
5.
‘Jonkman, ik houder myn Contenancy. Ga naar voetnoot+
Gaat naar u huys, ik zeg u dat,
En maakt dog geen samblancy
Te kussen van dit of dat, Ga naar voetnoot+
Want ik heb noyt geen Alliancy Ga naar voetnoot+
Met u Persoon gehad.’
6.
‘Liefje, wat isser aen-gelegen Ga naar voetnoot+
Dat ik hier voor u deurtje staen,
Want ik ontzie hagel of regen,
Donder of Blixem aen Ga naar voetnoot+
Als ik naer jou behagen
Maer inder jou gracy mag staen.’
7.
‘Hou daare Jonkman, leest dat briefje,
Dat ik daar voor u leg op straat.’
‘Seg eens, mijn soete Liefje,
Al watter geschreven staet.
Hoe komt dat zoo, mijn diefje,
Datje mijn zoo verlaet? Ga naar voetnoot+
8.
Hadjeu Ga naar voetnoot+ dan, mijn Lief verheven,
Hadjeu dan, mijn overschoon Godin.
Dat Briefje dat gy mijn hebt geschreven
Daar staat mijn vonnis in.
Kom Dood, beneem mijn 't leven!
Hadjeu dan schoon Godin.’
|
|