Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdToon: Tranquille Cœur1.
O zoet vermaaklyk vrouw-geslagt,
Verzien met Ga naar voetnoot+ duisend minne lonken:
Natuur, die u heeft voortgebragt,
Doet uit u schitteren zo veel vonken
| |
[pagina 146]
| |
Dat g’al die u naakt, ontsteekt
En voelen doet wat vlam
Hy door uw’ oog bequam.
Dat g’al die u naakt, ontsteekt
En voelen doet wat vlam
Hy door u oog bequaem.
2.
Uw oog, waar uit een God’lijk ligt
Tot binnen in hun ziel komt straalen,
Waar door gy zulk een vlamme stigt
Dat m’er een Aetna af zou maalen,
Als de brand waar door hun boesem blaakt:
Gestadig vol van vuur,
‘t Geen groeit van uur tot uur.
Als de brand::
3.
Ag, wat verkoeling zoekt men niet
Om dese boesem-gloed te blussen!
Men klaagt gestadig zijn verdriet
In eensaemheid, dog ondertussen
Quijnt het hert vol droefheid en verdwynt
Door een gestage ellend
‘t Geen u tot oorzaak kent.
Quynt het hert::
4.
‘t Kan u tot oorzaak van sijn druk Ga naar voetnoot+
Dog schroomt Sijn smert te openbaren;
‘t Beklaagt vergeefs zijn ongeluk
Wijl ‘t vreest hem slimmer mogt weêrvaren
En dat gy hem tot een liefdens loon
Schenckt voor een minneschigt
Een donker straf gezigt.
En dat gy ::
| |
[pagina 147]
| |
5.
Een straf gezigt, ‘t geen ‘t minnend’ hart
Wel haast kan doen zijn leven enden;
‘t Geen vol doodelijke smart
Beklaagt, dog sweert in zijn ellenden
Dat hem ‘t leven is een stage dood,
Ja, dat hy liever sterft
Dan hy uw gunste derft.
Dat hem ‘t leven::
|