Het groote Tafereel der dwaasheid(1720)–Anoniem Tafereel der dwaasheid, Het groote– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Kwynende Geld-zugt van 't Jaar 1720. Klink-dicht. Non habet eventus sordida praeda bonos. VErvloekte Geld-zugt, uit den Acheron gesprooten, Het vuilst Gedrogt, wel eer door Cerberus gebaart, Schrikt voor de Gruuwelen van uwen Helschen aart, Waarom ge uit de Afgrond, ons ten Geessel, wierd gestooten, Uwe onverzaadb're lust, op aard dus lang genooten, Word thans by 't Menschdom, door hun schelmery vermaart, Op 't yzelykst verdoemt, ja 't vreeselykst verklaart, Dat ooit in 't duister Styx, tot straf was opgeslooten. Nooid wierd uw snood Bedrog zo klaar ten toon gestelt, Dan, nu men Armoê vind voor Rykdom, Schrift voor Geld, En Yder beeft voor 't geen de Tyd nog zal ontdekken. U bad men eertyds aan, nu zyt ge elks spot en smaad, Een nietig Speeltuig van 's Lands Ondeugd, de Eigenbaat, Bekwaam om 't Nageslacht een Wonder te verstrekken. Vorige Volgende