De Windverkopers of Windvangers, die door wind, verliezen Geld en Goed: bederven Vrouw en Kind.
Gy die in bubbels, bank en zuid,
Uw geld, verstand, en tyd verbruit,
En uit het ryzen of het daalen
Van de Actiën een schat wilt haalen,
Waardoor gy u bedrogen vindt,
Of anderen bedriegt met wind,
Zie hier een Prent van de Actienarren
Die raazend ondereen verwarren.
Filip roept, wonder in zyn schik,
Wat geeft men nu voor Medenblik!
Dat heeft een treffelyke haven;
Het hoeft als utrecht niet te graaven
Naar de Eems; hoe zyt gy zo verwart,
Dat gy niet meer bied als een quart?
Ioost roept: wat geef je nú vöor Muien
Dat zal de haven leeg doen kruijen,
Dan heeft men een bekwaame vaart;
Elke Actie is een zoopje waard.
Smous Levi roept kom my je leeven,
Ik stel te nemen of te geeven:
Frans raast weg met de Zuid en West:
Want Wezep is het alderbest.
Het kan geldzuchtige Actie dwaazen
De uitdeeling doen in Varkens blaazen.
Wie bied' er, schreeuwt een andre vent,
Voor wortelacties acht percent?
Ik heb een reiszak roept een ander,
Vol bubbelacties door malkander,
Wie koopt een Regiment drie vier!
Betaal me maar vry met papier,
Hier Zwol eh Kampen, Harrelingen!
Gy kunt ze nu goedkoop bedingen,
Tergou, en Delft is ouwe kost.
Ian roept, och dit 's een slimme post!
Licht zal ik al myn veeren laaten
Te Purmerent, en op de plaaten
Te Enkhuizen. maar 'k zal in Edam
Licht winnen dat my Alkmaar nam.
Iob roept de Maas door duizend listen,
Brengt niet als rotten in myn kisten!
Zo dat ik ligt, o arme bloed,
In 't korte naar Vianen moet.
'k Word dol, en kan van spyt niet slaapen,
Omdat een party windrige apen
Gaan zitten met haar kaale gat,
In myn zo zuur gewonnenschat
Ach vrinden wil niet met my foppen,
Dewyl dat gy aan die Aktie stroppen
Van Meester La.... heel fraai verguld,
Met my in 't kort ligt hangen zult,
Wanneer de groote Bubbelheeren,
Voor geld ons kladpapier vereeren,
Komt roept eer dat men verder dwaal.
Dat Quïncampoix de duvel haal!
|
|