Noordelijke polyfonie
Jan-Wouter Zwart en Jack Hoeksema
Op 21 juni van dit jaar nam Jan Koster afscheid als hoogleraar Algemene Taalwetenschap en Wijsbegeerte der Taal aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bij die gelegenheid werd hem een Festschrift aangeboden van vrienden en collega's uit de theoretische syntaxis, een gebied waarin Jan Koster vier decennia lang een vooraanstaande rol heeft gespeeld.Ga naar voetnoot1 Vanwege het thematische karakter van die bundel was er voor een bijdrage van de Groningse collega's die zich niet op het terrein van de theoretische syntaxis bewegen geen plaats. Het leek de redactie dan ook een gelukkige gedachte aan het afscheid van Jan Koster een speciaal nummer van TABU te wijden, waarin de emeritus gehuldigd wordt met een gevarieerde bloemlezing van het Groninger taalkundig onderzoek, temeer daar hijzelf ook in dit tijdschrift bij herhaling heeft laten blijken dat zijn belangstelling verder reikt dan de theoretische syntaxis.
Jan Koster en TABU zijn nauw verbonden, niet alleen doordat Koster een kwart eeuw lid van de redactieraad van TABU was, maar ook door de vele artikelen die hij in de loop der jaren in TABU gepubliceerd heeft. Zijn eerste bijdrage was een paper voor de feestbundel voor Albert Sassen (‘Lege subjecten en open VP's’, 1986), waarna nog negen verdere artikelen volgden: ‘De “accusativus cum infinitivo” met te in het Nederlands’ (1990), ‘Lege objecten’ (1995), ‘Kennis, representatie en reductie’ (1997), ‘Gapping moet blijven’ (1998), ‘De primaire structuur’ (1999), ‘Alles is merge’ (2002), ‘Syntaxis: dynamisch of cartografisch?’ (2004), ‘Hebben dieren concepten?’ (2005), en ‘Taal als technologie’ (2006). In zijn bijdragen aan TABU sneed Koster veelal actuele theoretische en taalfilosofische kwesties aan, waardoor hij in belangrijke mate het karakter van TABU als modern taalkundig tijdschrift mede bepaalde.
In de vijfentwintig jaar dat Jan Koster aan de Rijksuniversiteit Groningen verbonden was, is het taalkundig onderzoek, onder de paraplu van het Center for Language and Cognition Groningen, in volume en diversiteit enorm toegenomen. De bijdragen in dit nummer mogen daarvan getuigen. Door waar mogelijk interdisciplinair onderzoek te stimuleren heeft Jan Koster aan deze ontwikkelingen een actieve bijdrage geleverd, en velen hebben zijn brede belangstelling voor het gevarieerde Groningse taalonderzoek ondervonden. De titel van deze TABU-special refereert dan ook niet alleen aan het door Jan Koster beklede voorzitterschap van de stichting ‘De Noordelijke Polyfonisten’, maar ook aan de samenklank van het in deze bundel vertegenwoordigde veelstemmige Groningse taalkundig onderzoek.