Tabu. Jaargang 18
(1988)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nevenschikking en constituentenstructuur in een categoriale grammatica met Lambek-produkten
|
1. | FUNCTIE-APPLICATIE | ||
a. | X/Y Y --> X | (Rechts-applicatie: RA) | |
b. | Y Y\X --> X | (Links -applicatie: LA) | |
2. | FUNCTIE-COMPOSITIE | ||
a. | X/Y Y/Z --> X/Z | (Rechts-compositie: RC) | |
b. | Z\Y Y\X --> Z\X | (Links -compositie: LC) |
3. | TYPE-OPHOGING (TO) | |
a. | X --> Y/(X\Y) | |
b. | X --> (Y/X)\Y |
De applicatie- en compositieregels zijn tweeplaatsige regels in de zin dat twee categorieën gereduceerd worden tot één categorie. De regels voor type-ophoging zijn éénplaatsig in de zin dat ze te beschouwen zijn als categorieveranderingsoperaties.
De regel voor Functie-Compositie heeft een betekenis analoog aan het wiskundige functiebegrip. De compositionaliteit van functies houdt in dat men de toepassing van een functie g op het resultaat van de toepassing van een functie f op een argument x ook kan opvatten als de toepassing van de samengestelde functie gof (lees: g na f) op het argument x. Dit wordt uitgedrukt in formule (4). Een illustratie van Functie-Compositie in CG wordt gegeven in (5). Uit dit voorbeeld spreekt de veranderde houding t.o.v. constituentenstructuur. De klassieke analyse verbindt eerst het transitieve werkwoord met het direct object ter vorming van een VP, terwijl de alternatieve analyse eerst het subject en het werkwoord verbindt ter vorming van een zin waaraan nog een indirect object toegevoegd moet wordenGa naar eind3. De uitdrukkingen de man, werpt en de man werpt fungeren in deze analyse als functoren, waarbij de laatste uitdrukking het resultaat is van functiecompositie. De CG-aanpak voorziet op deze wijze in een natuurlijke beschrijving van coördinaties als nevenschikking van constituenten, zoals getoond in (6). De regel voor nevenschikking die verderop in dit artikel ter sprake komt, coördineert twee uitdrukkingen van gelijke categorie en wordt voorlopig aangegeven met N.
Type-ophoging is een éénplaatsige type-veranderingsregel die tot effect heeft dat functie-argumentverhoudingen omgekeerd worden.
Een ander effect van type-ophoging samen met functiecompositie is dat twee adjacente woorden of woordgroepen samengesteld kunnen worden tot een uitdrukking van een bepaalde categorie. Deze mogelijkheid wordt in het algemeen als wenselijk ervaren in verband met de coördinatie van ‘non-constituenten’. Dit wordt geïllustreerd in (7).
Aan de aanpak zoals hier geschetst kleven ondanks de natuurlijke verantwoording van nevenschikkingsverschijnselen een tweetal bezwaren.
In de eerste plaats heeft de interactie tussen de middelen die aangewend worden om nevenschikking te verantwoorden en de middelen die noodzakelijk zijn voor de verantwoording van de woordvolgorde in werkwoordsgroepen tot gevolg heeft dat de kracht van de CG zodanig toeneemt dat elke permutatie van een grammaticale zin geaccepteerd wordt. In § 3 wordt dit beargumenteerd en geïllustreerd.
In de tweede plaats heeft de bovengeschetste aanpak tot gevolg dat de notie constituent een inhoudsloos begrip is geworden, aangezien elk tweetal adjacente (reeksen van) uitdrukkingen gereduceerd kan worden tot een uitdrukking van de uit de toegepaste regels voortvloeiende resulterende categorie. Niettemin heeft een grammatica van natuurlijke talen een zinvolle notie constituent nodig, bijvoorbeeld om een mogelijkheid te scheppen het begrip ‘major constituent’ te definiëren.
In § 4 wordt voorgesteld een regel voor Produkt-Vorming (PV) aan te nemen in CG. Deze regel maakt deel uit van het axiomatische systeem ontwikkeld door Lambek (Lambek 1958, 1961), de zogenoemde Lambekcalculus. Vreemd genoeg heeft de produktcategorie zowel in de theoretische als in de descriptieve CG-literatuur een ondergeschikte rol gespeeldGa naar eind4. De voorstellen over hoe PV doorwerkt in de categoriale afleidingen worden getoetst aan het criterium van afleidbaarheid in de Lambek-calculus. Het blijkt dat in tegenstelling tot de regels in de
klassieke CG-aanpak de reductieschema's voorgesteld voor de produktcategorieën geldigheid bezitten in de Lambek-calculusGa naar eind5. Een uitzondering vormt hier het weerbarstige fenomeen van de woordvolgorde in werkwoordsgroepen. Dit leidt in de produktvrije aanpak tot permutatievarianten van de Geach-Regel, terwijl in de CG-aanpak met produkten de regel voor de beschrijving van dergelijke clusters beperkt kan blijven tot juist die verschijnselen waar ze voor gedefinieerd waren.
De aanpak met produktcategorieën biedt bovendien een unieke mogelijkheid om het begrip constituent te herdefiniëren in CG. In § 5 wordt voorgesteld om reeksen die slechts geanalyseerd kunnen worden met behulp van produktcategorieën een andere status te geven dan reeksen die uitsluitend met behulp van de reductieregels tot stand komen.
2 Een extensie van de Lambek-calculus: LP
In Zwarts (1986) wordt een beeld geschetst van de hiërarchie van CG's, van de klassieke AB-grammatica's die terugvoeren naar het werk van Ajdukiewicz (1935) en Bar-Hillel, Gaifman & Shamir (1960) via de K- en de F-grammatica naar de Lambek-calculusGa naar eind6, in het vervolg L-grammatica te noemen. In de L-grammatica zijn de genoemde regels (1) t/m (3) voor applicatie, compositie en ophoging geldig, alsmede de Associativiteitsregel (8) en de Geach-Regels (9) en (10), die in Moortgat (1988) ‘Division (main functor)’ en ‘Division (subordinate functor)’ genoemd worden.
8. | ASSOCIATIVITEIT (AS) | |
(Z\X)/Y <--> Z\(X/Y) | ||
9. | GEACH-REGEL 1 (hoofdfunctor) | |
a. | X/Y --> (X/Z)/(Y/Z) | |
b. | Y\X --> (Z\Y)\(Z\X) | |
10. | GEACH-REGEL 2 (nevenfunctor) | |
a. | X/Y --> (Z/X)\(Z/Y) | |
b. | Y\X --> (Y\Z)/(X\Z) |
De regel voor associativiteit laat een functor die eerst een argument ter rechterzijde zoekt en vervolgens een argument ter linkerzijde tevens functioneren als een functor die eerst zijn argument ter linkerzijde vindt en vervolgens het argument ter rechterzijde. De
dubbele implicatiepijl duidt aan dat de omzetting ook in omgekeerde richting plaats kan vinden.
De Geach-regel 1 is een typeveranderingsregel die een functorcategorle zodanig wijzigt dat hij een adjacente functor als argument kan selecteren. In de praktijk heeft Geach-regel 1 samen met applicatie dezelfde uitwerking als de compositieregel. De Geach-regels bieden meer in de zin dat ze aanleiding geven tot een oneindig aantal analyses. Voorbeeld (11) toont de werking van Geach-regel 1 en vergelijkt hem met de compositie-analyse. De toevoeging hoofdfunctor bij de aanduiding van de regel heeft betrekking op het feit dat de hoofdfunctor van de compositie de typeverandering ondergaat. De hoofdfunctor bepaalt de uiteindelijk resulterende categorie.
Geach-regel 2 is eveneens een typeveranderingsregel maar deze werkt op de nevenfunctor. Voorbeeld (12) geeft een vergelijking van de analyse met GR2 en de analyse met compositie.
Merk op dat in de L-grammatica alleen de applicatie- en compositieregels tweeplaatsige reductieregels zijn en dat de overige regels éénplaatsige typeveranderingsregels zijn.
Van Benthem (1987) en Moortgat (1988) hebben de hiërarchie substantieel aangevuld met CG's die krachtiger zijn dan de L-grammatica. Van belang voor dit betoog is de uitbreiding van de L-grammatica met de permutatieregel, weergegeven in (13), die indien toegevoegd aan de L-grammatica aanleiding geeft tot het systeem LPGa naar eind7, het systeem dat de L-grammatica gesloten maakt onder permutatie.
13. | PERMUTATIE |
T --> X, indien permuteer (T,P) en P --> X |
In deze formule moet T gelezen worden als een reeks die ontstaat door binnen de reeks P een permutatie uit te voeren. Moortgat illustreert permutatie aan de hand van ‘heavy NP-shift’ in het Engels. Op grond van de lexicale eigenschappen van consider worden categorieën toegekend die reductie tot S in (14a) mogelijk maken. Permutatie zegt nu dat als een reeks uitdrukkingen reduceerbaar is tot S, een permutatie binnen de reeks niets afdoet aan de reduceerbaarheid tot S. Met andere woorden, als de volgorde NP AP leidt tot reduceerbaarheid tot S, dan ook de volgorde AP NP.
14. | a. | he considers Bill incompetent |
NP ((NP\S)/AP)/NP NP AP | ||
b. | he considers incompetent any candidate who hasn't... | |
NP ((NP\S)/AP)/NP AP NP | ||
Moortgat (1988: 46) |
Enkele nevenschikkingsverschijnselen geven aanleiding tot de aanname van regels die vallen binnen dit permutatie-gesloten systeem LP. We bespreken eerst de analyse van discontinuïteiten die optreden in werkwoordsgroepen. Vervolgens laten we dit verschijnsel interfereren met coördinatieverschijnselen.
We nemen de volgende categorietoewijzingen aan:
15 | ||
dat | := B'/B | |
Bobby, Viktor, Boris | := NP, B/VP | |
in, met, na | := (VP/VP)/NP | |
de | := NP/N, (B/VP)/N | |
veertig, dertig, | ||
bestraffende, lovende | := N/N, NP/N | |
zetten, arbiter, wedstrijd, woorden | := N | |
heeft | := VP/VP | |
verslagen, toegesproken | := NP\VP | |
en | := X\X/X |
De categorie B wordt gebruikt voor bijzinnen, B' voor bijzinnen met een complementeerder, B/VP voor subjecten in bijzinnen, NP/N en
(B/VP)/N voor determinatoren. Adjectieven hebben zowel de categorie N/N als de categorie NP/N. Hulpwerkwoorden hebben de categorie VP/VP, dat wil zeggen het zijn functoren over VP's. Adverbiale bepalingen hebben eveneens de categorie VP/VP, maar worden op enige wijze onderscheiden van hulpwerkwoorden. Een mogelijkheid is het onderscheid te formuleren in termen van het finiete karakter van volledige VP's en het infiniete karakter van het argument van hulpwerkwoorden. Aangezien deze kwestie niet van belang is voor het onderhavige betoog laten we hem rusten.
De voorbeelden (16) en (17) laten zien dat de Nederlandse bijzin een patroon kan vertonen, waarbij het direct object en het transitieve werkwoord niet adjacent zijn. Bovendien tonen de voorbeelden dat de analyse van de werkwoordsgroep niet kan volstaan met de L-regels gegeven in (1) t/m (3) en (8) t/m (10). De uitbreiding die nodig is, is compositie van ongelijk gerichte functoren, ook wel Meng-Compositie (MC) genoemd.
17. | dat de arbiter Boris met lovende woorden heeft toegesproken B'/B B/VP NP (VP/VP)/NP NP/N N VP/VP NP\VP (afleiding als in 16) |
18. | MENG-COMPOSITIE (MC) (onbeperkte versie) X/Y Z\Y --> Z\X |
De regel voor Meng-compositie maakt geen deel uit van de L-grammatica. Dit is in strijd met ons streven om de grammatica van het Nederlands niet boven L-niveau te laten uitstijgen. Niettemin is voor de verantwoording van de woordvolgorde in werkwoordsgroepen een beroep op L-ongeldige regels nodig. Het is daarom van het grootste belang dergelijke regels aan stringente condities te onderwerpen. De toepassingsmogelijkheden van de regel voor Meng-compositie zou in dit kader
beperkt moeten worden tot verbale categorieën. In (19) is de beperking op de regel voor Meng-compositie geformuleerd.
19. | MENG-COMPOSITIE (MC) (beperkte versie) |
X/Y Z\Y --> Z\X | |
conditie: X=VP=Y |
In de volgende paragraaf wordt getoond dat de grammatica van het Nederlands onder de klassieke CG-analyse van coördinatie en de analyse van werkwoordsgroepen gelijk gesteld moet worden aan het systeem LP.
3 Nevenschikking en werkwoordsgroepen
In het Nederlands interfereren verschijnselen die mengcompositie noodzakelijk maken op indringende wijze met coördinatieverschijnelen. Het blijkt dat in dergelijke gevallen regel (19) niet voldoet en dat er een permutatievariant van de Geach-Regel nodig is. De voorbeelden die de kwestie illustreren zijn weergegeven in (20) en (21). De permutatievariant van de Geach-regel die hiervoor gebruikt wordt is geformuleerd in (22). Enkele categorieën zijn in (20) omwille van de ruimte afgekort. Zo staat C voor VP/VP en D voor NP\VP. De regel GN wordt in (23) gedefinieerd.
22. | PERMUTATIE-GEACH-REGEL (PG) |
Z\Y --> (X/Y)\(Z\X) |
De gehanteerde coördinatieregel wijkt af van het in CG gebruikelijke patroon, waarbij functies na elkaar en niet tegelijkertijd op hun argumenten toegepast worden. De coördinatieregel zoekt in het onderhavige geval tegelijkertijd een argument X ter linkerzijde en een argument X ter rechterzijde om een uitdrukking van categorie X af te leveren. Het feit dat de categorie van de nevenschikkende leden niet nader gespecificeerd wordt in de regel wordt uitgedrukt in de term gegeneraliseerde nevenschikking. In dit bestek gaan we niet in op de motivering van de vorm waarin de regel gegoten is. Dit wordt gedaan in Houtman (te verschijnen).
23. | GEGENERALISEERDE NEVENSCHIKKING (GN) |
X X\X/X X --> X |
Gezien de bevindingen in Houtman (1987) moeten beperkingen geformuleerd worden op deze regel. De beperkingen spelen in het onderhavige betoog geen rol en worden daarom hier niet opgenomen.
In Moortgat (1988) is aangetoond dat door de aanvulling van de L-grammatica met permutatievarianten van de Geach-regel de grammatica overgaat tot het systeem LP, de permutatie-gesloten variant van de Lambek-calculus. In verband hiermee zijn we gedwongen te zoeken naar middelen die de kracht van de grammatica beperken. In de volgende sectie wordt aangetoond dat produktcategorieën hierin een belangrijke rol spelen.
4 Lambek-produkten en nevenschikking
In de ontwikkeling die de CG heeft doorgemaakt is de aandacht hoofd-zakelijk gericht geweest op reductieschema's die betrekking hebben op breukcategorieën en op typeveranderingsregels die de complexiteit van categorieën opvoeren. Eén aspect van de CG is hierbij vrijwel geheel ondergesneeuwd, namelijk de produktcategorie. De produktcategorie is in het werk van Lambek gedefinieerd maar niet gebruikt, omdat produktvorming niets meer is dan concatenatie en men in eerste instantie geïnteresseerd is in functie-argument-structuren.
Er zijn twee redenen om met hernieuwde aandacht te kijken naar produktcategorieën. De eerste is een empirische reden en heeft te maken met de coördinatieverschijnselen die in de vorige sectie besproken zijn. Door integratie van produktcategorieën en de bijbehorende produktregels blijken we in staat te zijn de kracht van de grammatica binnen de geldigheid van het L-systeem te houden en wellicht zelfs grotendeels binnen de geldigheid van de K-grammatica.
De tweede reden is gelegen in het feit dat de in CG sterk verwaarloosde notie constituent geherinterpreteerd kan worden op een wijze die tegemoet komt aan de taalkundig wenselijke inhoud van dit begrip. Dit laatste punt komt in sectie 5 aan de orde. In deze paragraaf bespreken we de analyses van de coördinatieverschijnselen in een CG met produkten.
De produktvormingsregel verandert een reeks van uitdrukkingen X en Y in een uitdrukking van categorie X*Y, volgens regel (24).
24. | PRODUKTVORMING (PV) |
X Y --> X*Y |
Produktvorming geeft aanleiding tot een aantal reductieschema's die in staat zijn de produkten uit de afleiding te elimineren. In de Lambekcalculus is de volgende inferentie geldig. We nemen daarentegen deze regel niet over, omdat het onderscheid tussen produktcategorieën en andere categorieën juist een belangrijke rol speelt in de discussie rond constituentschap die in § 5 gevoerd wordt. Hierin past niet een flexibele overgang van produktcategorieën naar breukcategorieën.
25. | PRODUKT-INFERENTIE |
(A/B)/C <--> A/(C*B) |
De invoering van produktcategorieën geeft in elk geval aanleiding tot de aanname van de volgende regels.
26. | PRODUKT-APPLICATIE (PA) | |
a. | (X/Y)*Y ⇢ X | |
b. | Y*(Y\X) ⇢ X | |
27. | PRODUKT-MENG-COMPOSITIE (PM) | |
a. | X*((Y/Z)*(W\Z)) ⇢ X*(W\Y) | |
b. | ((Y/Z)*(W\Z))*X ⇢ (W\Y)*X | |
conditie: Y=VP=Z | ||
28. | ASSOCIATIVITEIT (AS) (produktversie) | |
(X*Y)*Z ⇢ X*(Y*Z) |
Voorts nemen we aan dat de L-geldige regels deel uitmaken van onze grammatica, alsmede de niet-L-geldige beperkte versie van Mengcompositie. Door toepassing van de tweee L-geldige regelschema's (26) en (28) zijn we nu in staat de bovengenoemde coördinatieverschijnselen te verantwoorden zonder te vervallen in het permutatiegesloten systeem LP. We laten dit zien aan de hand van voorbeeld (29).
De analyse die zo ontstaat maakt naast de L-geldige regels alleen gebruik van de beperkte regels MC en PM, zonder een beroep te hoeven
doen op de L-ongeldige éénplaatsige typeveranderingsregel PG. De analyse in kwestie zou nog verder gaande gevolgen kunnen hebben voor de kracht van de grammatica, omdat op grond van de gepresenteerde verschijnselen afgezien kan worden van de regel voor type-ophoging. Merk op dat de regel voornamelijk ingevoerd is juist voor de verantwoording van coördinatieverschijnselen. Dit zou betekenen dat we afgezien van de regels MC en PM de grammatica binnen de grenzen van de K-grammatica kunnen brengen. Aan de hand van de inzichten die de produktaanpak levert kunnen we een nieuw licht laten schijnen op constituentenstructuur.
5 Lambek-produkten en constituenten
Constituentenstructuur in CG is gekoppeld aan categorieën. Alle uitdrukkingen en reeksen van uitdrukkingen die met behulp van de reductieregels en typeveranderingsregels samen te stellen zijn hebben constituentstatus volgens definitie (30).
30. | DEFINITIE (CONSTITUENT) | |
a. | Basiscategorieën zijn constituenten; | |
b. | Als X en Y constituenten zijn, dan zijn X/Y en X\Y constituenten; | |
c. | Alleen wat met behulp van een eindig aantal stappen verkregen wordt uit a en b is een constituent. |
Deze definitie heeft in de L-grammatica, geschetst in § 2, tot gevolg dat elk tweetal adjacente uitdrukkingen beschouwd moet worden als een constituent. In het bijzonder geldt dit in voorbeeld (20) voor de reeksen Viktor in veertig, Boris in dertig en zetten heeft verslagen. Aangezien in dit voorbeeld Viktor en Boris argumenten zijn van verslagen, en zetten argument is van veertig en dertig komt dit niet overeen met onze intuïties over wat constituenten zijn.
Dezelfde definitie werpt een heel ander licht op de zaak als we hem plaatsen in een grammatica zonder type-ophoging en met produktcategorieën. In dat geval zijn produkten per definitie geen constituenten. Produktreeksen verwerven alleen constituentstatus als ze naast een produktanalyse ook een breukanalyse hebben. In de grammatica met produktcategorieën wordt zodoende een onderscheid gemaakt tussen constituenten en categorieën. De definitie van categorie is hieronder geformuleerd.
31. | DEFINITIE (CATEGORIE) | |
a. | Basiscategorieën zijn categorieën; | |
b. | Als X en Y categorieën zijn, dan zijn X/Y, X\Y en X*Y categorieën; | |
c. | Alleen wat met behulp van een eindig aantal stappen verkregen wordt uit a en b is een categorie. |
Definitie (31) heeft in een grammatica met produkten dezelfde inhoud als definitie (30) in een grammatica zonder produkten. Met andere woorden: Elk tweetal adjacente uitdrukkingen heeft categoriale status. Met de constituentstatus is het anders gesteld. Definitie (30) heeft in de produkt-grammatica een compleet andere betekenis als in de produktloze grammatica. Zo is het niet langer mogelijk NP-NP sequenten te beschouwen als constituenten, omdat de NP's alleen samen te stellen zijn middels de regel voor produktvorming. (zie voorbeeld 32)
In dit voorbeeld hebben de volgende uitdrukkingen constituentstatus: alle lexicale items, Piet...geeft, Jan...geeft en omdat...geeft, maar ook de reeks omdat Jan, aangezien deze reeks via functiecompositie samengesteld kan worden.
In de produktanalye van de zin ‘dat Bobby Viktor in veertig en Boris in dertig zetten heeft verslagen’, te zien in (29), hebben de notoire ‘non-constituenten’ Viktor in veertig, Bobby in dertig en zetten heeft verslagen geen constituentstatus.
Uit het bovenstaande betoog blijkt dat de notie constituent, zoals hierboven gedefinieerd in een categoriale grammatica met produkten, op een natuurlijke wijze ingeperkt kan worden, zodat hij ook in CG in
linguïstisch opzicht bruikbaar is.
Hoewel het constituentbegrip in deze grammatica op enkele punten afwijkt van het constituentbegrip in GG, lijkt de definitie van constituent in de CG met produkten niettemin een belangwekkende basis te bieden voor het begrip ‘major constituent’ en dient hij hierom als een eerste stap naar een realistischer constituentbegrip in CG te worden beschouwd.
Bibliografie
Ajdukiewicz K. (1935), ‘Die syntaktische Konnexität’, in: Studia Philosophica 1, 1-27. |
Bar-Hillel Y., C. Gaifman and E. Shamir (1960), ‘On Categorial and Phrase-Structure Grammars’, in: Bulletin of the Research Council of Israel 9F, 1-16. |
Benthem J. van (1987), ‘Semantic Type Change and Syntactic Recognition’, te verschijnen in: G. Chierchia, B. Partee and R. Turner (eds.), Categories, Types and Semantics, Dordrecht. |
Bouma G. (1988), The Product Calculus, paper gepresenteerd tijdens het ‘Categorial Grammar Weekend’, 18-20 november 1988, Edinburgh. |
Cohen J.M. (1967), ‘The equivalence of two concepts of categorial grammar’, in: Information and Control 10, 475-484. |
Dowty D. (1988), ‘Type Raising, Functional Composition, and Non-Constituent Conjunction’, in: R.T. Oehrle, E. Bach and D. Wheeler (eds.), Categorial Grammars and Natural Language Structures, Dordrecht, 153-197. |
Geach P.T. (1972), ‘A program for syntax’, in: D. Davidson and G. Harman (eds.), Semantics of Natural Language, Dordrecht, 483-497. |
Hepple M. (1987), Methods for Parsing Combinatory Grammars and the Spurious Ambiguity Problem, Masters Thesis, Centre for Cognitive Science, University of Edinburgh. |
Houtman J. (1987), ‘Condities op Nevenschikking’, in: Glot 10, 437-457. |
Houtman J. (te verschijnen), Coordination and Constituency: a Study in Categorial Grammar, dissertatie Rijksuniversiteit Groningen. |
Karlgren H. (1974), ‘Categorial Grammar Calculus’, in: Statistical Methods in Linguistics (1974), 1-128. |
Lambek J. (1958), ‘The Mathematics of Sentence Structure’, in: American Mathematical Monthly 65, 154-169. |
Lambek J. (1961), ‘On the Calculus of Syntactic Types’, in: R. Jakobson (ed.), Structure of Language and lts Mathematical Aspects, Providence, 166-178. |
Moortgat M. (1988), Categorial Investigations: Logical and Linguistic Aspects of the Lambek Calculus, dissertatie Universiteit van Amsterdam. |
Morrill G. (1988), Extraction and Coordination in Phrase Structure Grammar and Categorial Grammar, dissertatie University of Edinburgh. |
Steedman M. (1985), ‘Dependency and Coordination in the Grammar of Dutch and English’, in: Language 61, 523-568. |
Wittenburg K., R.E. Wall & J. Barnett, Eliminating Spurious Ambiguity in Categorial Grammars, paper gepresenteerd op de 62e Annual Meeting van de Linguistic Society of America, 27-30 december 1987, San Francisco. |
Wood M. (1988), A Categorial Syntax for Coordinate Constructions, dissertatie University of Manchester. |
Zwarts F. (1986), Categoriale Grammatica en Algebraïsche Semantiek, dissertatie Rijksuniversiteit Groningen. |
- eind1
- In dit verband moeten Dowty (1988), Houtman (1987), Morrill (1988), Partee & Rooth (1983), Steedman (1985) en Wood (1988) genoemd worden. Coördinatie roept in alle voorstellen een grammatica op waarin Functiecompositie en Type-Ophoging een belangrijke rol toebedeeld krijgen.
- eind2
- Zwarts stelt in dit verband in vragende bewoordingen:
‘En daarmee rijst opnieuw de knellende vraag of we niet radicaal moeten breken met de overgeleverde inzichten inzake constituentenstructuur.’
en geeft vervolgens zelf het antwoord:‘De strekking van het onderhavige werk is dat de problemen die zich voordoen op het vlak van de coördinatie, inderdaad een geheel andere benadering vergen.’
Zwarts (1986: 39)
- eind3
- In dit verband dient opgemerkt te worden dat in CG beide analyses simultaan geldig zijn, zonder dat dit verschil in betekenis moet impliceren. Deze kwestie van ambigue structuren staat de laatste tijd weer volop in de belangstelling, gezien het werk van o.a. Bouma (1988), Wittenburg, Wall & Barnett (1987) en Hepple (1987) die allen het thema van de ‘spurious ambiguity’ aansnijden.
- eind4
- Maar zie Van Benthem (1987), Bouma (1988) en Wood (1988). Van Benthem bespreekt de semantiek van produktcategorief«n.
- eind5
- Zie Houtman (te verschijnen).
- eind6
- De K-grammatica is genoemd naar het systeem van Karlgren (1974) en omvat de regels Applicatie en Compositie.
De F-grammatica is genoemd naar de ‘free categorial grammar’, geïntroduceerd in Cohen (1967). De F-grammatica omvat de regels Applicatie, Compositie, Ophoging, en Associativiteit.
De Lambek-calculus of L-grammatica is genoemd naar het systeem dat vorm gekregen heeft in Lambek (1958, 1961). De L-grammatica omvat naast de regels van de F-grammatica de zgn. Geach-Regel, geïntroduceerd in Geach (1972).
- eind7
- Naast LP, de L-grammatica aangevuld met Permutatie, worden in Moortgat (1988) de systemen LPC, LPE en LPCE aan de orde gesteld, die achtereenvolgens een toevoeging aan LP betekenen van Contractie, Expansie en Contractie+Expansie.