Tabu. Jaargang 1
(1970-1971)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuws uit andere afdelingen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Intuïtieve oordelen over de sterkte van syntactische relaties.Uit het eerste citaat van Chomsky blijkt, dat het beroep op de intuïtie van de moedertaalspreker onder andere gedaan wordt bij het toevoegen van structurele beschrijvingen aan zinnen. Het hier gepresteerde onderzoek nu tracht de intuïtieve noties aangaande syntactische structuren in zijn greep te krijgen via de analyse van uitspraken over de sterkte van de syntactische relatie tussen de woorden waaruit een zin bestaat. Enerzijds heeft de psychologie veel ervaring opgedaan met de analyse van dit soort van data (‘sim laritiedata’), anderzijds zijn er in de linguïstische literatuur passages te vinden waarin grammatici dat wat zij ervaren als verschil in verwantschap, op formele wijze verantwoorden. Chomsky (1965, 101 e..v.) wijst op het bestaan van verschil in ‘degrees of cohesion’ tussen decided en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
on the boat in he decided on the boat, alnaargelang de zin betekent: ‘hij koos de boot’ of: ‘hij deed zijn keuze op de boot’. Vanuit deze observatie wijzigt hij het schema van herschrijfregels, dat geïnitieerd wordt door
in het schema dat geïnitieerd wordt door
Deze wijziging maakt het mogelijk, het verschil in ‘cohesie’, dat er in de twee versies bestaat tussen het werkwoord en de voorzetselgroep te representeren door verschil in hoogte van de knopen die zowel dit werkwoord als de voorzetselgroep domineren: Twee andere voorbeelden van linguïstische uitspraken over de sterkte van syntactische relaties zijn te vinden bij Hays (1964, p. 525) en Robinson (1969, p.63). Gelet op het bovenstaande lijkt de relevantie van uitspraken over de sterkte van syntactische relaties tweeërlei te zijn. Voor de psycholoog zijn deze uitspraken data bij uitstek voor de bestudering van wat we het ‘taalgevoel’ zouden kunnen noemen. Voor de linguist zijn ze van belang daar hij zowel in de heuristische fase van zijn werk als bij de evaluatie daarvan dit ‘taalgevoel’ hanteert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Problematiek en voorlopige resultaten van het onderzoekDe problematiek bij de analyse van de verwantschaps-uitspraken, die besproken zijn onder 2), en die in beginsel bestaan uit een volgorde (naar beoordeelde relatie-sterkte) over alle paren die te vormen zijn uit de woorden van de zin in kwestie, is in de volgende vraag samen te vatten: Vanuit welke opvattingen over de structuur van zinnen zijn genoemde verwantschapsdata zo goed mogelijk voorspelbaar? Enkele voorlopige conclusies van het psycholinguïstisch onderzoek naar deze problematiek dat thans gaande is (zie de studiegids Psychologie 1970-'71, afdeling Funktieleer, onderafdeling Psycholinguïstiek) laten zich als volgt puntsgewijs samenvatten.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Drs. E.D.J. Schils | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur:
|
|