■ Nieuwe toepassingen
Het nieuwe gebruik van incluis, meer als voorzetsel dan als bijwoord, is niet helemaal uitzonderlijk. Zulke dingen komen vaker voor. In feite is de stap die incluis nu zet, onderdeel van een groter verhaal. Dat grote verhaal zou je kunnen noemen: het succesverhaal van de voorzetsels. Want als er één woordsoort is die het de voorbije millennia goed deed, dan zijn het wel de voorzetsels.
Tweeduizend jaar geleden, bijvoorbeeld in het Latijn, waren de voorzetsels nog een klein groepje, en je kon er eigenlijk maar weinig mee doen. In taalkundige termen: je kon er een bijwoordelijke bepaling mee maken: in de tuin, na de pauze. Dat soort dingen. Verder niets.
In het vroege Middelnederlands kwamen er nieuwe toepassingen bij, zoals een man met een baard en het huis op de hoek. In grammatica's heet zoiets een ‘attributieve nabepaling’. En meteen ook combinaties als waarin, daarop, ervan en hierdoor (‘voornaamwoordelijke bijwoorden’). In de volgende eeuwen kwamen er nog meer toepassingen, zoals de vaste verbinding met een werkwoord (kijken naar, wachten op) of met een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord (bang voor, dol op, de behoefte aan, het verbod op). In recenter tijd verschenen de ‘bananenzinnen’ (‘Bananen ben ik niet dol op’, ‘Die man heb ik nog les van gehad’) en de ‘prepositio peterburgensis’ (de ex ván; dit is geen misdaad, maar wel een aanzet tót; genoemd naar de ontdekker ervan: de taalpublicist Peter Burger). Kortom, de gebruiksmogelijkheden van voorzetsels zijn door de eeuwen heen sterk vergroot. Van een marginaal soort woorden zijn ze geworden tot onmisbare bouwstenen van vrijwel iedere zin.
Tegelijk met de veel ruimere toepassing werden voorzetsels natuurlijk ook frequenter gebruikt, en bijna als vanzelf kwamen er ook steeds meer nieuwe voorzetsels bij. Tot de alleroudste groep behoren in, op, bij, door en over, maar van eeuw tot eeuw werd hun aantal uitgebreid. Niet zo heel oud zijn bijvoorbeeld tijdens, gedurende, via en per. In de loop van de twintigste eeuw was richting een nieuwkomer (een uitspraak richting kiezers, maar ook al: richting mij).
En nu gaat dus ook incluis die kant op. En het is op dit moment niet de enige die klopt aan de deur. Ook aldus maakt zich namelijk op om als voorzetsel te gaan dienen.
De stap die ‘incluis’ en ‘aldus’ nu zetten, is onderdeel van een groter verhaal: het succesverhaal van de voorzetsels.