Raarwoord
Range anxiety
Guus Middag komt vaak opmerkelijke woorden tegen, oud en nieuw. In deze nieuwe rubriek behandelt hij er elke maand een.
Ik kwam het pasgeleden voor het eerst tegen, op een Engelse website: range anxiety. Het was een nieuw woord, voor een nieuw verschijnsel: de voortdurend aanwezige angst bij gebruikers van elektrische auto's dat de opgeladen accu niet voldoende stroom bevat om de bestemming te bereiken. Het is de vrees om stil te komen te staan, ergens, ver van de bewoonde wereld. En dan? Komen we dan ooit nog aan?
Mijn eerste gedachte was: hoe zou die angst in het Nederlands heten - of, als er nog geen woord voor is, gaan heten? Actieradiusangst. Leegstroomvrees. Stilstandfobie. Het leek mij een moderne vorm van vrees. De ridders in de Middeleeuwen en de oude Grieken kunnen er nog geen last van hebben gehad. Maar toen ik er even over nadacht, zag ik dat dit een nieuwe variant van een oeroude menselijke bezorgdheid moest zijn. Eeuwenlang moet de reiziger zich voor vertrek en ook onderweg deze vraag hebben gesteld: heb ik voor mijn vervoermiddel (auto, duikboot, fiets, paard) wel voldoende aan boord (benzine, zuurstofflessen, reserveband, haverzak) om het einddoel te halen? En heb ik zelf wel voldoende eten en drinken bij me om aan te komen? Spreken wij van leeftochtvrees. Teerspijsangst.
Er zitten ook voordelen aan de nieuwe elektrische auto's. Ze maken nauwelijks lawaai. Het is me al een paar keer overkomen dat er van achteren opeens eentje tevoorschijn schoot. Nu ben ik een nieuwe fobie aan het ontwikkelen: de vrees me dood te schrikken door een onverhoeds opduikende stille e-car. Silence anxiety. Ze zouden ze een geur mee moeten geven, net als aardgas. Dan kun je een auto niet horen, maar wel ruiken aankomen. De geur van paarden, bijvoorbeeld. Of de lekkere lucht van vers getankte benzine.
Guus Middag