■ Kurkeik
Ook het gezin Ritmeester werd getekend door de oorlog. ‘De ouders van mijn moeder, Hanny Meijler, zijn omgekomen in Auschwitz. Je hoort weleens van mensen bij wie de oorlog elke dag aan tafel zat. Bij ons was het tegendeel waar. Mijn moeder was altijd vrolijk, altijd vol belangstelling. Als ze al over de oorlog praatte, deed ze dat in de derde persoon. Het was de wederopbouw, men wilde dóór. Pas nu ze overleden is, besef ik met wat voor verdriet ze heeft moeten leven. Ik verwijt mezelf soms dat ik nooit tegen haar gezegd heb: “Wat goed dat je dat hebt kunnen opbrengen, voor ons, voor de mensen om je heen.”’
Je moeder schreef kinderboeken, gedichten en teksten van liedjes, waarvan enkele in de hitparade belandden, waaronder ‘Ik ben gelukkig zonder jou’.
‘Ze kon prachtig schrijven. Ik herinner me nog goed hoe ze tijdens de vakantie boven een ansicht met zonovergoten berglandschap schreef: “God heeft hier net de lichten aangedaan.” Zo'n zin vergeet je niet meer.’
‘Pas op latere leeftijd kon ze de oorlog toelaten. Ze schreef erover in Ik zou wéér zo gek zijn, een journalistiek document over de Prinses Irene Brigade, het vanuit Londen opererende bevrijdingsleger waarvan mijn vader deel uitmaakte; daarin behandelt ze een onderbelicht aspect van de strijdmacht. Het boek Afkloppen is persoonlijker en leest als een mooi en liefdevol monument voor haar ouders.’
‘Feit is dat nu ik zelf ouder word, of eigenlijk oud bén, ik me realiseer dat de taal ook voor mij het meest betekent. Meer nog dan radio. Afgelopen zomer raakte ik zeer geïnspireerd. Bij onze camping in Zuid-Frankrijk stond een oude kurkeik; zo'n mooie, grillige boom met van die wrattige takken. Voor ik het wist, waren we in gesprek.’ Olijk: ‘Niet dat ik een prinses Irene ben, hoor. Maar wat me fascineerde, was dat hij zo ánders was dan ik. Wij mensen rennen maar rond en maken ons druk, voor zo'n boom gaat de ene herfst voorbij en is er weer een volgende. Die tijdloosheid maakte alles ineens zo betrekkelijk. Ik begon onze gesprekken - waarbij je je die boom moet voorstellen als een soort oneindig oudere en wijzere versie van mezelf - op te schrijven. Of het iets is, geen idee. Ik weet alleen dat het schrijven ervan me zeer gelukkig maakt.’