Doei
Jan Stroop
Natuurlijk verwacht je dat het Surinaamse Nederlands niet zo erg verschilt van dat in Nederland, maar dat het zo actueel was, verraste me toch. Ik was er onlangs en vanaf de eerste dag werd ons na elke transactie bij kassa of loket ‘een fijne dag verder’ toegewenst. Daar keek ik wel van op, want ik kende die automatisch geproduceerde formule van de caissières bij Dirk van den Broek en Albert Heijn, in Nederland dus. En daar is-ie nog maar kort in gebruik, naast de variant een fijne dag nog. En toch was dat een fijne dag verder blijkbaar al in Suriname terechtgekomen.
Een nog veel sterker geval is doei of doeidoei, dat als afscheidsgroet in het particuliere verkeer in Nederland zo'n dertig jaar geleden ontstond uit doeg, dat weer uit het Zaanse dialect stamt. Ik kan het niet helpen dat ik doei een vreselijk woord vind, waarschijnlijk omdat iedereen het zegt, want het bijna identieke foei vind ik juist heel mooi. Een vlucht naar Suriname helpt ook al niet, want je hoort dat verfoeilijke doei daar ook óveral (van Paramaribo tot in Nickerie, in het verre westen) en de hele dag door. En ze gebruiken het allemaal, Chinezen, Hindoestanen en Creolen.
In Nederland is doei, met zijn varianten doeidoei en, nog erger, dikke doei(!), het populairste groetwoord in het Algemeen Nederlands. Surinaamse en Nederlandse sprekers van dat Nederlands hebben het woord meegebracht naar Suriname, waar het gastvrij ontvangen is (Alido Neslo beschreef de talige gastvrijheid van Suriname al in het februari/maartnummer van Onze Taal) en al evenveel succes heeft als in Nederland. Het is een duidelijk bewijs van de goede betrekkingen tussen Surinamers en Nederlanders. Onze taalband met Suriname blijkt ook heel wat steviger te zijn dan die met Vlaanderen, want in het Vlaamse Nederlands, van welke soort ook, komt doei totaal niet voor. Het zoveelste voorbeeld dat het Vlaamse Nederlands niets meer van het Nederlandse Nederlands moet hebben.