Moeilijke tijden voor talenstudies
Universitaire talenstudies belandden dit jaar wederom in zwaar weer. Een tijdje terug leek het even iets beter te gaan: in 2006 was het aantal talenstudenten voor het eerst in jaren weer toegenomen, en fors ook: met 8%. Maar omdat veel opleidingen ondanks die toename eerder minder dan meer geld kregen, kwamen ze opnieuw in nood - de Universiteit van Amsterdam (UvA) bijvoorbeeld.
Die universiteit had al enkele jaren geprobeerd via de kaasschaafmethode te bezuinigen, maar dat lukte niet. Daarom werden er in mei van dit jaar hardere maatregelen aangekondigd, in de nota Toekomstplan taal- en letterkunde. Daarin stond dat kleine, gespecialiseerde vakken moesten worden ‘verbreed’, zodat studenten makkelijker kunnen aanschuiven bij andere opleidingen.
Die verbreding is een trend die zich voordoet op veel universiteiten. Zo kun je in Groningen geen ‘Frans’, ‘Italiaans’ of ‘Spaans’ meer studeren, maar ‘Romaanse taal en cultuur’, wat bijvoorbeeld betekent dat je in de eerste fase geen les meer krijgt in de ene taal die je vlekkeloos wilt leren beheersen, maar dat je een breed oriëntatiejaar volgt, en dat je voor een goede taalbeheersing naar het buitenland gaat.
UvA-alumnus Erik Schoonhoven wond zich zó op over het Amsterdamse voorstel tot verbreding dat hij samen met talenstudent Jonathan Oudendijk de website Reddetalen.nl oprichtte. Gesteund door onder anderen de schrijvers Arthur Japin en Hella Haasse strijdt hij op die website en via andere media tegen de ‘oppervlakkigheid’ en ‘verschraling’ die dit ‘rendementsdenken’ met zich mee zou brengen - en met succes: de UvA trok het controversiële plan in.
Daarmee is er voorlopig nog geen oplossing voor de financiële problemen waarmee de UvA en sommige andere universiteiten kampen. De hoop is gevestigd op de Commissie Nationaal Plan Geesteswetenschappen, onder voorzitterschap van de Amsterdamse burgemeester Job Cohen. Die commissie, die in september vorig jaar door minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werd opgericht, onderzoekt hoe het allemaal beter kan.
Eén lid van die commissie, oud-president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Frits van Oostrom, liet onlangs in de Volkskrant weten waar volgens hem onder meer de schoen wringt: alfawetenschappers slepen minder vaak commerciële opdrachten uit het bedrijfsleven binnen dan bèta's. ‘Daarom zou het terecht zijn als de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek NWO naar verhouding meer voor deze wetenschappen gaat doen’, aldus Van Oostrom. ‘Onze commissie zal zeker adviseren dat er meer geld naar geesteswetenschappen gaat.’
Het rapport van de commissie-Cohen wordt op 18 december gepresenteerd.