Naschrift Laura van Eerten - fonoloog
Het verschijnsel waarbij een woord of lettergreep in zijn geheel of gedeeltelijk herhaald wordt, heet ‘reduplicatie’. Reduplicatie komt voor bij diverse woordsoorten en kan verschillende vormen aannemen: exacte herhaling van het woord (zoals bij tamtam), verandering van de beginklank (hocus pocus), toevoeging van een beginklank (ietsjepietsje) of wisseling van de klinker (dingdong).
In veel talen wordt reduplicatie gebruikt als woordvormingsprocedé. De herhaling dient meestal om de betekenis van een woord te nuanceren. In het Afrikaans vinden we voorbeelden als gou (‘snel’) en gou-gou (‘erg snel’), in het Maleis murid (‘leerling’) en murid-murid (‘leerlingen’), in het Indonesisch buku (‘boek’ of ‘boeken’) en buku buku (‘boeken, met verschillende titels’), en in de indianentaal Sahaptin pshwa (‘kei’) en pshwapshwa (‘kiezel’).
In het Nederlands komen dit soort volledige woordherhalingen veel minder voor. De reduplicaties zijn vaak ontleend uit andere talen; denk aan het van oorsprong Engelse woord bushbush ‘rimboe’, het Franse bonbon (letterlijk ‘lekkerlekker’) en het Engelse tumtum (van tummy ‘maag’). Veel ervan zijn puur klanknabootsend: poehpoeh, tamtam (uit het Hindi, naar de klank van een slaginstrument), toitoi (gaat via een lange weg terug op het geluid van kloppen op hout, uit het Jiddisch). In spreektaal wordt volledige woordherhaling soms nog weleens toegepast: onder studenten wordt de term thuisthuis bijvoorbeeld gebruikt om duidelijk te maken dat ze het over het ouderlijk huis hebben, en niet over hun studentenkamer.
De vorm van reduplicatie waarbij in het herhaalde woord een beginklank wordt toegevoegd (ukkepuk) of veranderd (hocus pocus), komen we vaker tegen in het Nederlands. Battus (pseudoniem van Hugo Brandt Cortius) beschrijft deze vorm van reduplicatie in zijn boek Opperlandse taal- en letterkunde. Ook hij laat zien dat veel voorbeelden ontleend zijn aan andere talen (het Italiaanse tuttifrutti, het Engelse okidoki). En hij wijst net als de heer Vinken op de toevoeging van het woordje de tussen de rijmende lettergrepen zoals in hoteldebotel of hieperdepiep.
Elvis the Pelvis (Elvis Presley; pelvis is ‘bekken’) in 1956 in Tupelo.
Deze toevoeging heeft vermoedelijk een ritmische en articulatorische functie: de eenvoudigste vorm van een lettergreep bestaat uit een medeklinker gevolgd door een klinker (baba). In hieperdepiep is de afwisseling van medeklinkers en klinkers regelmatiger dan bijvoorbeeld in hiephiep. De r in hieper wordt nauwelijks uitgesproken of hij klinkt als een Gooise r, en vormt daardoor geen lastige overgang naar de volgende lettergreep de. De regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in hieperdepiep