Hom of kuit
Taal verloedert niet door sms
Frank Jansen
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken, en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
Verloedert de taal doordat de jeugd te veel sms't (ultrakorte berichtjes via de mobiele telefoon verstuurt)? Leraren in Groot-Brittannië en Noorwegen denken van wel. Zij vinden de scholieren minder taalvaardig, en schrijven dat toe aan de hoge frequentie waarmee die onder elkaar sms'en. Deze angst is nu ook naar Nederland overgewaaid. Dit jaar luidde een van de vwo-eindexamenopdrachten: ‘Is onze schrijftaal aan het verloederen (denk aan sms- en emailtaal)?’
Er is geen enkele reden om bang te zijn. Ja, denkt u nu, typisch zo'n taalkundige, voor wie taalverloedering überhaupt niet bestaat. Dat geldt dan niet voor mij. Ik acht taalverloedering zeker denkbaar. Als jongeren aantoonbaar meer moeite hebben dan de vorige generatie om effectief en efficiënt over te brengen wat ze op hun hart hebben, dan is de taal minder dienstbaar aan de communicatie, en dus aan het verloederen. Als grote groepen mensen voortdurend woorden gebruiken die hun gehoor niet kent, of die - nog erger - door iedereen anders opgevat worden, dan hebben we een duidelijk voorbeeld van taalverloedering.
Hoe zit dat met sms'en? Sms'ende jongeren gebruiken inderdaad afkortingen en beeldtaal die ouderen niet kennen, maar dat is dan ook precies hun bedoeling. Die ouderen vormen hun gehoor niet, en moeten hun neus niet in andermans zaken steken. En als ze per se willen weten waar 93,8% van de berichtjes over gaat, hoeven ze alleen even terug te denken aan de tijd dat hun hormoonspiegel nog die heerlijk hoge waarden vertoonde.
Maar is het dan niet terecht dat leerkrachten bang zijn dat ook andere gesproken en geschreven genres ‘besmet raken’ door het sms-idioom? Nee, de kans dat zoiets gebeurt, is buitengewoon klein. Neem de gesproken taal. Stel dat onze gespreksbijdragen inderdaad net zo beknopt als sms-berichtjes zouden worden, en alle vergaderingen maar een halfuur duurden, zouden we dat dan niet eerder als vooruitgang waarderen?
En wat de geschreven taal betreft kan ik me in principe voorstellen dat de directe sms-stijl zo overheersend is dat het leerkrachten wat meer moeite kost om hun leerlingen de klassieke briefstijl te leren. Maar daar zou ik dan eerst de bewijzen van willen zien. Vooralsnog zie ik meer aanwijzingen dat het omgekeerde gebeurt. Er worden steeds meer brieven geschreven, zij het dat die per e-mail verstuurd worden. Sommige van die e-mailtjes hebben een persoonlijk karakter en zullen zeker op sms'jes lijken, tot vreugde van zender en ontvanger. Andere mailtjes, met een zakelijke inhoud, niet. Die krijgen steeds meer de klassieke briefstructuur.
Dat laatste zie ik als een specifiek uitvloeisel van een universeel geldige taalkundige wet: alle mensen hebben niet één, maar verschillende stijlen tot hun beschikking en weten meestal heel goed welke stijl in welke omstandigheden het meest geschikt is. Soms moet dat besef wat verder ontwikkeld en aangescherpt worden. Daar is dan het taalonderwijs voor.
Kortom, ik ben hartgrondig overtuigd van de juistheid van de stelling:
Sms'en leidt niet tot verloedering van de taal.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 23 augustus uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Taal verloedert niet door sms’ of ‘Taal verloedert door sms’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag van de stemming.