Hom of kuit
De koningin citeren moet mogen
Frank Jansen
Beatrix en Willem-Alexander in de tuin van Huis ten Bosch, 1999.
Foto: ANP/Ed Oudenaarden
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken, en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
Journalisten mogen de koningin niet letterlijk citeren. Stel, ze zegt: ‘Wat een koud voorjaar is het toch!’, dan mogen ze niet opschrijven: ‘Koningin Beatrix zei: “Wat een koud voorjaar is het toch!”’ Een indirect citaat mag wel: ‘Koningin Beatrix merkte op dat het voorjaar nogal koud was.’ Maar de meeste genade vindt een omschrijving: ‘De vorstin maakte een opmerking over de lage lentetemperaturen.’ De Tweede-Kamerfractie van GroenLinks wil dat dit verbod wordt opgeheven. Heeft deze party gelijk?
Het citeerverbod is minder mallotig dan het lijkt. Het is bedoeld om de ongemakkelijke situatie een beetje dragelijker te maken: alles wat de koningin in het openbaar zegt, valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Ventileert ze een keertje een opvatting die van die van het kabinet afwijkt, dan heeft de minister-president er veel plezier van als de afstand tussen de koningin en de uitspraak zo groot mogelijk is: hij kan dan eenvoudig ontsnappen door te beweren dat de journalist haar uitspraak verkeerd gehoord of begrepen heeft. Een citeerzin legt die relatie juist expliciet: door het gebruik van zeggen, de dubbele punt en vooral de aanhalingstekens. Deze laatste geven te kennen dat ze een domein afpalen waarbinnen iemand anders dan de journalist voor de tekst verantwoordelijk is.
Die expliciete relatie tussen spreker en uitspraak is ook een bedreiging voor de magie waarmee het vorstenhuis omgeven dient te zijn. Wie de koningin citeert, stopt haar tekst in zijn tekst en eigent zich die tekst daardoor in wezen toe. Daardoor wordt de kracht van de uitspraak vanzelf minder.
Maar er pleit ook veel voor afschaffing. Zo is het raar dat het verbod alleen voor de schrijvende pers geldt. Niemand piekert erover om van radio- en televisiejournalisten te eisen dat ze de vorstelijke stem wegdraaien om die te vervangen door een voice-over met een parafrase van eigen makelij. Belangrijker lijkt me het argument dat de moeilijkheden door vorstelijke citaten in de recente geschiedenis niet veroorzaakt werden door het citeren zelf, maar door de oneigenlijke manier waarop de journalist aan het citaat gekomen was. Een goed voorbeeld is ‘De leugen regeert.’ Die uitspraak werd gedaan in een tweegesprek, waarin de pers geen partij was. De journalist had dus afgeluisterd. Het is dat afluisteren dat onbetamelijk is en bestraft zou kunnen worden, niet het citeren zelf.
Daarom luidt de stelling deze keer:
Het verbod op citeren van de koningin moet worden afgeschaft.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 17 mei uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Citeerverbod: afschaffen’ of ‘Citeerverbod: niet afschaffen’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag van de stemming.