Gedicht voor Onze Taal
Maandelijks ruimen we een plaats in voor gedichten: speciaal voor Onze Taal geschreven poëzie over taal en over alles wat daarmee samenhangt - opvallend taalgebruik, vergeten woorden, dialect, rare grammaticale kwesties, spreekwoorden, enzovoort.
Dit keer een gedicht van Rutger Kopland (1934). Hij ontving in 1988 de P.C. Hooftprijs; zijn laatstverschenen bundel is Over het verlangen naar een sigaret (Amsterdam, Van Oorschot, 2001).
Boomgaard
Woorden weten van zichzelf niet waarvoor ze
gemaakt zijn - en zo is het met alles in de wereld
niets weet waarvoor het er is
en ook wij weten het niet
ik kijk door het raam de boomgaard in en zie hoe
woorden voor vogels bomen gras, voor wat er is daar
daar niets betekenen en ook de boomgaard zelf
in mijn hoofd zoekt iemand naar woorden voor
iets dat nog geen gevoel is en nog geen gedachte
en langzaam begin ik te voelen en te denken
dat ook de boomgaard daarnaar zoekt - dat wij
hetzelfde zoeken, de boomgaard en ik.