157 andere woorden voor outlet
Taaladviesdienst
H et Engelse outlet betekent ‘verkooppunt’ en duidt tegenwoordig vooral op een plaats waar restpartijen met korting verkocht worden. Outlet stores zijn steeds vaker te vinden in gewone winkelstraten, maar het verschijnsel is in Nederland bekend geworden door Batavia Stad, een outletcentrum in Lelystad. In mei 2003 opende de Bijenkorf daar een outletfiliaal; in een persbericht was daarover te lezen: ‘(...) er wordt niet alleen kleding aangeboden, maar ook accessoires, boeken, cd's, woonaccessoires, producten uit de kookshop en huishoudtextiel van zowel het eigen label als internationale merken. In principe is dus het hele assortiment van de keten te koop. De Bijenkorf beperkt het aanbod niet tot verouderde mode maar verkoopt er ook producten die in de warenhuizen overtollig zijn geworden.’
In het juli/augustusnummer riepen we de lezers van Onze Taal op een Nederlands woord te bedenken voor outlet. Aan die oproep gaven 81 lezers gehoor; in totaal leverde dat 157 alternatieven op. De top-vijf van meest ingestuurde suggesties:
1. | fabriekswinkel (6x) |
2. | fabrieksverkoop (5x) |
3. | overhoop (5x) |
4. | restverkoop (4x) |
5. | overschotwinkel (4x) |
Dat veel inzenders kozen voor een samenstelling met fabriek - naast fabriekswinkel en fabrieksverkoop werden onder meer fabrieksopruiming, fabrieksrestanten en fabrieksuitverkoop genoemd - is niet verwonderlijk; bij outlet worden restpartijen immers vaak direct uit de fabriek verkocht. De samenstellingen met fabriek zijn echter wat dubbelzinnig: ze zouden ook kunnen duiden op een verkooppunt bíj́ een fabriek. Bovendien duidt outlet niet altijd op verkoop direct vanuit de fabriek, getuige de hierboven gegeven beschrijving van de Bijenkorf-outlet.
Overkoop - een samensmelting van over en verkoop - dekt de lading van outlet wél: dat wat over is, wordt verkocht. Toch verwachten we dat overkoop voor verwarring zal zorgen, onder meer doordat verkoop er niet goed in te herkennen is. Restverkoop en overschotwinkel daarentegen hebben een doorzichtige structuur en maken duidelijk waar het bij outlet om draait: restpartijen oftewel overschot. Het voordeel van overschotwinkel is dat het dankzij het woorddeel winkel iets preciezer is, maar het nadeel is dat overschot een wat negatieve bijklank heeft. Rest heeft deze bijklank niet; onze voorkeur gaat dan ook uit naar een combinatie van de nummers vier en vijf: restwinkel. Dit woord duidt ondubbelzinnig op een plaats waar restpartijen verkocht worden. Ook is restwinkel breed genoeg; dit in tegenstelling tot ramsj en dump, die beide enkele keren weiden aangedragen. Deze woorden zijn te beperkt: ramsj heeft betrekking op producten die niet goed lopen - met name op boeken - en dump wordt vooral gebruikt voor legergoederen.
Restwinkel haalde de top-vijf niet: het werd driemaal ingezonden. De eerste inzender was Paul Verhaegh uit Eindhoven. Hij ontvangt de boekenbon van €25,-, uitgeloofd door de Stichting LOUT (Let Op Uw Taal). Onze hartelijke dank aan iedereen die reageerde.