Nederlands in gevaar?
Als dat waar is voor grote minderheidstalen, is dat toch ook waar voor kleinere officiële talen als het Nederlands? Hadden de Nederlanders indertijd niet net zo pragmatisch moeten zijn als de Luxemburgers, en hun taal moeten afzweren? ‘Nee, het Nederlands was in de jaren vijftig nog de taal van een grote handelsnatie, die in verscheidene delen van de wereld gesproken werd.’ Toch zijn veel Nederlandstaligen nu bezorgd over de status van hun taal. Zij zijn bang dat het Nederlands langzaam maar zeker zal verdwijnen. ‘Het Nederlands is niet in gevaar. Een taal kan alleen in gevaar komen als ze zich te veel isoleert, zich afkeert van alle vreemde invloeden. De Nederlanders hebben zich nooit van de rest van de wereld afgekeerd. Ik kan me nog herinneren hoe verbaasd ik was toen ik in 1957, als veertienjarige jongeling, voor het eerst naar Nederland kwam en tienjarige kinderen mij in vloeiend Engels de weg wezen.’
Als taal met plunje te vergelijken is, wat heeft Kinnock dan zelf in de kast hangen? ‘Dat is in de eerste plaats een Brits pak. Maar met een Welshe broek, en een Franse stropdas.’ De politicus is trots op zijn afkomst. Hij komt uit Wales - ‘mijn moeder kreeg nog
‘Talen zijn net als honden. Je kunt een en dezelfde hond opvoeden tot een blindengeleidehond of tot een vechtjas.’
straf als ze op school betrapt werd op het spreken van Welsh’ - maar ergert zich aan de nationalistische toon die sommige politici in zijn geboorteland de laatste tijd aanslaan als ze zich verzetten tegen een te grote toevloed aan immigranten. ‘Ik ben tegen elk nationalisme. Je hoeft geen kwezel te zijn om van je land te houden. Het verdwijnen van het Welsh is niet het gevolg van Engels imperialisme. In de negentiende eeuw leerden Ierse nieuwkomers nog Welsh. Het was vooral het idee van de mensen zelf dat ze Engels moesten leren om vooruit te komen in de wereld, dat het Welsh veel schade heeft berokkend. De laatste jaren gaat het trouwens beter dan ooit. De taal wordt onderwezen op school en gebruikt op tv.’
Het zijn volgens Kinnock ook nooit de talen die agressief of imperialistisch zijn. Het zijn altijd de sprekers: ‘Talen zijn net als honden. Je kunt een en dezelfde hond opvoeden tot een blindengeleidehond of tot een vechtjas.’