Thema Kindertaal
Redactie Onze Taal
De Chinese Muur, mensen op de maan, de honderd meter in 9,78 seconden - het zijn allemaal indrukwekkende prestaties. Toch vallen ze in het niet bij wat elk kind al voor z'n zesde voor elkaar krijgt: het leren van een taal, een systeem dat zo gecompliceerd is dat het nog door geen enkele taalkundige uitputtend is beschreven. In een duizelingwekkend tempo breidt de woordenschat van een kleuter zich uit, en ingewikkelde grammaticale regels worden spelenderwijs aangeleerd.
Paula Fikkert laat aan de hand van een hele berg voorbeelden zien hoeveel creativiteit kinderen aanspreken in hun dagelijkse taalontwikkeling. Daarbij vliegen ze weliswaar geregeld uit de bocht, maar veel opvallender is hoe góéd ze het eigenlijk doen. Hoe kan dat? Marco Haverkort toont in het openingsartikel aan dat het vermogen om talen te leren in onze genen verankerd ligt. Daarna gaat Maaike Verrips na hoe kinderen fouten vermijden, en bespreken Jacqueline Evers en Ted Sanders het aanleren van woordjes als maar, omdat en hoewel.
Bij dit alles speelt natuurlijk ook het taalaanbod een belangrijke rol. Wat spreekt kinderen aan? Waar luisteren ze naar? Kees van der Zwan verdiept zich in de tv-serie Kabouter Plop en de kleuterpopgroep K3. En Ton den Boon onderzoekt wat kinderwoordenboeken de allerkleinsten zoal te bieden hebben.
Ten slotte begint Marc van Oostendorp deze maand met een nieuwe serie: ‘Taalkunde voor kinderen’ - zodat er ook in de komende nummers aandacht zal zijn voor kinderen en taal.