Woordenboek van de poëzie
Bereshit
Guus Middag
Hoe is het volgens de bijbel allemaal ooit ook alweer begonnen? Met een heel grote tuin, een park met een soort kinderboerderij erin, en de eerste twee mensen die daar in hun blootje vrij mochten rondlopen. Maar met welk woord? Een sprookje begint met er was eens, maar hoe begint het sprookje van de schepping van het paradijs? Was het niet zo dat er eerst, in den beginne, het Woord was - ‘en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God’? Jawel, maar dat is het begin van het evangelie van Johannes, in het Nieuwe Testament. Wat was er in den beginne in het Oude Testament, en welk woord was er toen?
Zó begint het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek, Genesis, in de Statenvertaling uit 1637: ‘In den beginne schiep Godt den hemel, ende de aerde.’ En in de voorlopige Nieuwe Bijbelvertaling uit 2000: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’ In het Nederlands is in dus het begin van de bijbel. Wat zou er in de oorspronkelijke tekst staan? Rob Schouten wijdde er een gedicht aan (in zijn bundel Infauste dienstprognose, 2000):
Gods eerste woordje bij het scheppen,
in medias res mag je wel zeggen,
alles nog in de zandbak en met beesten,
zich van geen enkel kwaad bewust
en zonder babylonische verwarring.
Maar na de nodige volksverhuizing,
klankverschuiving en gezichtspuntwisseling
sta je nog steeds te kijken van
direct zo'n treffende trouvaille,
want inderdaad: bereshit.
In de eerste helft zien we een vrije interpretatie van het scheppingsverhaal. De zandbak lijkt een toespeling op de tijd waarin de aarde nog woest en ledig was (Genesis 1:2). Met de beesten is verwezen naar de komst van de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens en alle gevleugeld gevogelte (op de vierde scheppingsdag, Gen. 1:21-22) en van het wild gedierte, het vee en het kruipend gedierte (op de vijfde scheppingsdag, Gen. 1:24-25). Ze waren zich, zo zegt Schouten, van geen enkel kwaad bewust, dus het gaat hier vermoedelijk nog over de tijd van voor de zondeval toen de slang nog niet sprekend was ingevoerd (Gen. 1-2). En voorzover er al gesproken werd, verstond alles en iedereen elkaar. De mens was nog niet zo eigenwijs geweest om in Babel een hoge toren te willen bouwen - een streven dat de Schepper indertijd bestrafte met de Babylonische spraakverwarring (Gen. 11:1-9).
De beginwoorden en de titel van het boek Genesis in de joodse bijbel luiden, in getranscribeerde vorm, beresjiet of bereshit.
Uit: Nederlandsche vertaling van den Pentateuch, benevens eene Nederlandsche verklarende vertaling van Rashie's Pentateuch-commentaar door A.S. Onderwijzer, 1895. Heruitg. Amsterdam,. Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap, 1975