Onze Taal. Jaargang 65
(1996)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdHussen met...B. Wander - ArnhemOp 29 januari 1978 noteerde Cees Buddingh' in zijn dagboek: ‘“Husse met je neus ertussen”. Waar wordt het nog gezegd, in welke delen van Nederland is het ooit gezegd? Het was het antwoord van mijn moeder, soms, als ik thuiskwam en vroeg wat wij aten en zij vond dat ik dat maar moest afwachten: “Husse met je neus ertussen”.’Ga naar voetnoot*
Of hij ooit een bevredigend antwoord op deze vraag gekregen heeft, is mij niet bekend, maar mijn moeder, die tot dezelfde generatie als moeder Buddingh' moet hebben behoord en in Rotterdam werd grootgebracht, placht in deze omstandigheden precies hetzelfde antwoord te geven. Het was afdoende: ook al voelde je als kind dat je met een kluitje in het riet werd gestuurd, je wist dat je dan niet verder moest vragen. Net als Cees Buddingh' - die daar meermalen zijn ergernis over uitsprak - zoek ik vaak vergeefs in Van Dale naar de achtergrond van dergelijke uitdrukkingen. Ditmaal werd mijn expeditie echter toch enigszins beloond, want de achtste druk (1961) geeft onder hus: ‘(gew.) 1. troep, boel (...); 2. “hussen met zinkhorens” of “met prikken”, “met sukenurie en wat water erover” schertsend antwoord op de nieuwsgierige vraag: wat eten wij vandaag?’ De etymologie van hus wordt in deze editie niet verklaard en het etymologisch woordenboek van Franck-Van Wijk werkt in dit opzicht ook niet verhelderend. De twaalfde druk van Van Dale leidt hus echter af van hussen, hutsen (hutselen), dat ‘dooreenmengen’ betekent (vgl. hutspot). In deze editie vermeldt Van Dale trouwens ook de uitdrukking zoals die door beide moeders werd gebruikt. Mijn moeder had overigens meer van die antwoorden waarmee ongewenst gevraag werd afgedaan. Vroeg je ‘Waar gaat u heen?’ dan heette het ‘Mijn neus achterna’. Bij ‘Waar gaan we naartoe?’ was het antwoord ‘Naar Scheetjeboe, m'n drolletje begraven en jij mag het kissie dragen’. |
|