Wetmatigheden
Docenten met enige ervaring weten dat het corrigeren van fouten die in de spontane produktie gemaakt worden, er zelden toe leidt dat die fouten niet meer gemaakt worden. Wie Nederlands als tweede taal doceert, weet dat veel cursisten immuun lijken te zijn voor bepaalde correcties. Een docent kan tientallen keren tegen een cursist zeggen dat het niet
Omdat ik ben ziek, ik kan niet komen is, maar:
Omdat ik ziek ben, kan ik niet komen. Dat helpt echter zelden. Cursisten blijven de persoonsvorm in hoofd- en bijzin op de verkeerde plaats zetten.
De ideeën van docenten over het effect van grammatica-onderwijs en correctie worden overigens natuurlijk niet alleen bepaald door hun praktijkervaring. Docenten nemen ook kennis van de theorievorming op het gebied van de tweedetaalverwerving, en die theorievorming is natuurlijk zeer relevant voor de didactiek van het onderwijs in de vreemde talen.
Een van de uitkomsten van het onderzoek naar tweedetaalverwerving is dat de verwerving van een tweede taal, net als de verwerving van de moedertaal, volgens bepaalde wetmatigheden verloopt. Wie na de periode van zijn moedertaalverwerving een tweede taal leert, verwerft de structuren van die tweede taal, de doeltaal, in een grotendeels voorspelbare volgorde. Die volgorde wordt enigszins maar niet doorslaggevend beïnvloed door de moedertaal van de taalverwerver. Om een voorbeeld te geven: een buitenlander die Nederlands leert, zal eerst de voltooid tegenwoordige tijd en daarna de onvoltooid verleden tijd verwerven. De verwerving van een afzonderlijke structuur verloopt ook via grotendeels voorspelbare tussenstadia. Uit onderzoek is gebleken dat correctie en verschillende vormen van grammatica-onderwijs nauwelijks leiden tot veranderingen in de verwervingsvolgorde.