Vervolg Woordenboeken
oorlog nog gebruikt en niet alleen in het Amerikaanse of Canadese leger; ook vrouwen kunnen een jas dragen. De meeste fouten zijn echter kleine onnauwkeurigheden.
De voorbeeldzinnen geven soms aanvullende informatie (zoals bij jakhals in de zin: ‘de - leeft in Afrika en Zuidwest-Azië’) maar er worden af en toe ook voorbeelden gegeven die absoluut niet verhelderend zijn, bij voorbeeld: ‘de verbetering van het jachtrecht’ of ‘die veel kleine jeugdigheden’ (?). Sommige voorbeelden zijn - althans voor Noordnederlanders - vreemd, bij voorbeeld ‘Mag ik mijn jas uitlaten?’ (in plaats van uitdoen).
Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal is het meest volledige woordenboek en dient als zodanig als referentiepunt voor de andere woordenboeken. Voor dit onderzoek gaf uitgeverij Van Dale Lexicografie b.v. inzage in de al gereedgekomen drukproeven van de letter J van de 11de druk. Trefwoorden en omschrijvingen zijn in de komende druk aanzienlijk gemoderniseerd. Voor sommige veranderingen werd het hoog tijd: zo werd in de omschrijving van jaffa ‘Palestina’ vervangen door ‘Israël’ en in de omschrijving van jonker 3 kwam ‘personeel’ in plaats van ‘dienstbaren’. Ook het citatenbestand werd verjongd: Bilderdijk, Gossaert en Boudier-Bakker moesten het veld ruimen voor Nescio, Carmiggelt en ‘Vrij Nederland’. Een aantal namen (Jakoba, Jasper, Japik) en verkleinwoorden (Jachtje, japonnetje) kwam te vervallen.
Van Dale bevat zo veel méér lemmata en betekenisomschrijvingen dat vergelijking niet goed mogelijk is. Dit bleek ook uit ons onderzoek; de correspondenten die zich met Van Dale bezig hielden, hanteerden bij de beoordeling hiervan andere normen dan de overige medewerkers. Het sterkst kwam dit tot uiting bij de verouderde lemmata. Van Dale is op dit punt weinig selectief maar dit werd door onze correspondenten juist op prijs gesteld.
Het streven naar volledigheid heeft tot gevolg dat Van Dale een groot aantal samenstellingen opneemt; bij jeugd alleen al vindt men 117 samenstellingen waarvan er 38 zijn toegevoegd in de laatste druk (zoals jeugdbende, jeugdjournaal en jeugdloon). Het is niet duidelijk wat voor opnamecriteria Van Dale hanteert ten aanzien van samenstellingen, en evenmin wanneer een samenstelling als doorzichtig wordt beschouwd (en dus geen omschrijving krijgt). Bij januari worden bij voorbeeld -dag, -maand en -nacht opgenomen (zonder omschrijving); bij juli vinden we -dag (met omschrijving: ‘dag in juli’) en -maand; bij juni ten slotte -dag, -maand, -avond en -ochtend. Deze willekeur is symptomatisch, bij bijna elke rij samenstellingen vallen inconsequenties op.
De hoofdlemmata worden doorgaans uitgebreid omschreven en deze omschrijvingen vertonen weinig gebreken. Het voornaamste bezwaar is dat sommige omschrijvingen te moeilijk zijn omdat er woorden in worden gebruikt die niet als bekend kunnen worden beschouwd, bij voorbeeld jachtband - ‘schoor in een gebintwerk’. Jade wordt omschreven als ‘kostbaar gesteente (mineralogisch behorende tot de pyroxenen en omvattend jadeïet, nefriet en chloromeleniet) (...)’. Drie van de in deze laatste omschrijving gebruikte termen (pyroxenen, jadeïet en chloromeleniet) ontbreken als trefwoord.
De omschrijvingen worden uitgebreid geïllustreerd met voorbeelden en citaten. Wie nooit een boek inkijkt, kan dank zij Van Dale toch een aardig beeld krijgen van de vaderlandse literatuur (de 19de-eeuwse schrijvers die tot nu toe het beeld beheersten, lijken in de komende druk langzaam weggewerkt te worden). Een bezwaar is wel dat veel voorbeelden en citaten niet erg informatief zijn voor het woord dat moet worden toegelicht: een citaat als ‘Fabulus vertelde voor Lientje van de jeugdbron Dimini’ (v. Schendel) kan beter worden weggelaten.
Van Dale geeft vrijwel geen uitspraakinformatie, alleen klemtoonaanduiding: een