Reactie
Vergeet het maar!
J. Daan - Barchem
In ‘Het Gezegde & Co’, ‘Onze Taal’ december 1983, heeft Van der Horst op een aardige en duidelijke manier het verschil tussen een vervoeging met ‘hebben’ en een met ‘zijn’ uitgelegd. Maar de behandeling van ‘heb vergeten’ en ‘ben vergeten’ staat pas aan het slot; toch verdient dit meer aandacht.
Dit verschil schijnt nog steeds onderwezen te worden. Van Bakel schrijft in de Nederlandse Spraakkunst (par. 146) dat er een duidelijk verschil is; de dikke Van Dale schrijft ‘ben’ gespatieerd in het voorbeeld: ‘Ik ben mijn Grieks vergeten’.
Ik vermoed dat de meeste oudere mensen het nog wel volgens de regel doen maar veel jongeren gebruiken alleen en altijd ‘ik ben vergeten’. Het zegt nog veel meer dat een leraar Nederlands, nu al jaren met pensioen en opgegroeid in een keurig Haags milieu, meer dan 25 jaar geleden alleen maar ‘ben’ gebruikte. Waarschijnlijk deed hij het al veel langer, maar het was me niet eerder opgevallen.
Moeten we dit verschil handhaven en de alleenheerschappij van ‘ben vergeten’ als taalverloedering bestempelen? Of vergis ik me en worden ‘hebben’ en ‘zijn’ in dit geval nog wel vaak volgens de regel gebruikt? Ik zou het graag willen want ik ben nog altijd niet immuun voor het ‘foutieve’ ‘ben’. Maar ik geloof dat de strijd ertegen vechten tegen de bierkaai is. En daarom adviseer ik:
‘Vergeet het maar!’