Woordenboeken
Een vergelijkend onderzoek naar de letter J
J. Renkema, E.J. van der Spek
Wat is het beste woordenboek? Welk woordenboek is het meest geschikt voor gebruik op de middelbare school? Is de nieuwe Kramers beter dan Koenen? De taaladviesdienst van ‘Onze Taal’ kan vaak geen antwoord geven op deze en soortgelijke vragen omdat over de verschillen tussen woordenboeken nauwelijks gegevens bekend zijn. Weliswaar is in de laatste jaren twee keer een vergelijkend onderzoek gedaan naar woordenboeken maar de resultaten waren te beperkt om een advies op te baseren. In het aprilnummer van vorig jaar stond uitgebreide informatie over een aantal veel gebruikte woordenboeken. Aan de hand van omschrijvingen voor het toen nog nieuwe woord hollanditis werden enkele verschillen tussen woordenboeken in kaart gebracht. In dat zelfde nummer stond een oproep aan ‘Onze Taal’- lezers om mee te werken aan een vergelijkend onderzoek naar de letter J in de acht meest gebruikte woordenboeken.
Ruim zestig lezers van ‘Onze Taal’ verklaarden zich bereid om ingewikkeld en vervelend telwerk te verrichten. De resultaten van het onderzoek staan in dit nummer. De voorzichtige eindconclusie blijft voor rekening van de auteurs. Maar ook zonder deze conclusie geven het overzicht en de karakteriseringen van de diverse woordenboeken al voldoende materiaal voor positieve en negatieve (her)waardering.
Het onderzoek is beperkt tot acht woordenboeken. Toen het onderzoek al aan de gang was, kwamen nog twee woordenboeken op de markt: een nieuwe Spectrumuitgave en Kramers' Pocketwoordenboek. Deze konden helaas niet meer worden betrokken in het onderzoek. Wel bleek het mogelijk inzage te krijgen in de letter J van de nog te verschijnen nieuwe druk van de Grote Van Dale. Voor zover mogelijk zijn ook de voorlaatste drukken in het onderzoek betrokken opdat kon worden nagegaan in hoeverre woordenboeken ‘met hun tijd meegaan’.
Dit vergelijkend onderzoek was in eerste instantie gericht op de aspecten van woordenboeken die kwantificeerbaar zijn. Wij hebben ons echter niet helemaal willen beperken tot ‘telwerk’. Van elk woordenboek is ook een inhoudelijke karakterisering opgesteld.
Het onderzoek is als volgt in zijn werk gegaan. Zo'n zestig lezers van ‘Onze Taal’ hebben aan de hand van een vragenlijst de letter J uit een woordenboek bestudeerd. De keuze voor de letter J is ingegeven door de omvang van deze letter in de verschillende woordenboeken. Een meer omvangrijke letter zou nog meer arbeidsintensief telwerk hebben gevergd. De beperking tot de letter J heeft wel tot gevolg dat de interne consistentie van de woordenboeken niet kon worden betrokken in de beoordeling. Interne consistentie heeft betrekking op verwijzingen en synoniemen, op hyponiemen en hyperoniemen (‘meubel’ is een hyperoniem van het hyponiem ‘stoel’) en op circulariteit zoals in de volgende cirkel uit Spectrum: jaguar - ‘Zuidamerikaanse panter’; panter- ‘luipaard’; luipaard - ‘gevlekte panter’. Deze verschijnselen komt men niet op het spoor wanneer men zich beperkt tot één letter.
Elke medewerker heeft een groot aantal tellingen verricht. Deze tellingen, en het bijbehorende commentaar, resulteerden in ongeveer 500 pagina's tekst. Uit de opgave van het aantal arbeidsuren bleek dat ruim een ‘mensjaar’ is besteed aan dit onderzoek. Uiteraard kan in dit verslag slechts een klein gedeelte aan de orde komen. De resultaten van de tellingen staan in het overzicht (p. 23). De tellingen in voorlaatste drukken dienden voornamelijk ter controle en zijn dan ook niet apart opgenomen in het overzicht. Een gedeelte van het commentaar is verwerkt in de inhoudelijke karakterisering van de verschillende woordenboeken.
Het overzicht met de getallen wekt de indruk van grote precisie. Met nadruk moet hier evenwel worden opgemerkt dat een nieuwe telling waarschijnlijk enkele afwijkingen te zien zal geven. Alle tellingen zijn wel twee keer uitgevoerd door