De wraak van ‘dan’
Eind 1980 verschenen in Onze Taal twee lezersbrieven over het gebruik van als en dan. Ik wil daar niet op reageren: het eerste vond ik wel grappig maar ik begreep het echt niet zonder bijsluiter; het tweede vond ik wel erg overdreven en vitterig. Maar vooral met de opmerking dat er over het onderwerp al genoeg geschreven is, ben ik het niet eens.
Beide stukjes neem ik meer als aanleiding om op een naar ik meen nieuw verschijnsel te wijzen, ik zou het ‘de wraak van dan’ willen noemen. Tientallen jaren moet het Dan geërgerd hebben dat het door Als verdrongen werd. Nu blijken daardoor zoveel mensen in verwarring te zijn gebracht dat zij ineens ‘dan’ zeggen waar ieder ABN-er toch zeker ‘als’ verwacht had. Voorbeelden hiervan vindt men zelfs in eerbiedwaardige bladen als NRC-Handelsblad. Het lijkt mij interessant om hierover eens de mening van vaklui (taalkundigen of psychologen) te horen.
Op 26 januari 1979 wordt 's morgens in het persoverzicht van de BRT de uitdrukking ‘niet zo zeer dan wel’ gebruikt.
Op 6 december lezen wij in het Financiële Dagblad: ‘Zuid-Korea heeft over de eerste elf maanden van dit jaar een handelstekort geboekt van 4,7 miljard, meer dan twee maal zoveel dan in de eerste elf maanden van 1978’. (het herhalingsmotief?)
En op 1 oktober vorig jaar schrijft Ad Wijdeven in De Boerderij: ‘Alsof hij erwten aan het sorteren is, haalt Siebe met zijn vinger de koningin eruit. “Door de hoge temperatuur hier steken de bijen niet zo snel dan in Nederland” zegt hij.’
mevr. C.C. Meijers
Brussel