Niet met u eens
1. | Dat het in het Nederlands ‘toch ook zonder naamvallen’ gaat is heel juist, maar in het Duits is dat niet mogelijk, aangezien de Duitser die naamvallen in zijn gesproken woord wel degelijk laat horen. Dat een Nederlands schoolkind hierdoor moeilijkheden heeft met het Duits is begrijpelijk, wat de uitroep van ouders heeft ontlokt: ‘geen wonder, sinds ze in het Nederlands de naamvallen hebben afgeschaft.’ Hetzelfde geldt voor de geslachten, omdat deze ook voor het aanleren van het Duits voor Nederlandssprekenden een zeer goede hulp waren.
U is het niet eens met de term ‘afschaffen’? Ik wel, want ik heb destijds de ‘Spellingoorlog’ tussen Prof. Van Ginneken en Prof. J.L. Pauwels op de voet gevolgd en het is door de sterke druk van de vereenvoudigers dat de naamvallen ‘afgeschaft’ werden! En ofschoon ik in mijn jongere jaren een ijverig vereenvoudiger was, moet ik nu toch tot de slotsom komen dat het verdwijnen van de naamvallen niet zo'n gelukkige maatregel is geweest. |
2. | Ik vind het niet zo gelukkig dat men een chef met de voornaam en met ‘jij’ aanspreekt. Stel u voor dat een werknemer bij de direkteur komt en zegt: ‘Zeg eens, Klaas, wat zalle we nou hebben? Dat geklungel met die nachtploeg kan jij toch wel effe op ze poten zetten?’ Vindt u dat zo fijn? Want als men jij't en jouw't kan men niet op de proppen komen met: ‘meneer de direkteur’ of ‘meneer Kaaskoper’. Een te grote intimiteit tast de autoriteit van de chef aan. Het is trouwens een gebrek aan beleefdheid. |
R. Emmerman, Hoboken
|
|