EP
Aan de orde is éducation permanente, in het Engels out-of-school education (en waarschijnlijk nog andere woorden), in het Nederlands de langzaam bekend rakende woordengroep permanente educatie.
Permanente educatie is door de Raad van Europa (1967) gedefinieerd ‘als het ordenend beginsel dat ten grondslag ligt aan de totaliteit van het educatieve veld’; dit ‘houdt in een veelomvattend, samenhangend en geintegreerd systeem dat is opgezet om aan de educatieve en culturele verlangens van ieder mens tegemoet te komen, in overeenstemming met zijn vermogens.’
In een inleiding bij een boekje, uitgegeven door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, getiteld ‘Beschouwingen over permanente educatie’ (1969), staat de vraag: ‘Wie vat dit allemaal eens samen in één origineel woord of woordenpaar dat de transcriptie uit het Frans waarmee we ons nu behelpen, kan vervangen?’
Ja, wie doet dat eens? ‘Dit allemaal’ d.w.z. haal alle bestanddelen van het begrip uit de definitie, zet ze onder elkaar (ordenend beginsel, totaliteit, educatieve veld, veelomvattend, geïntegreerd systeem enz.) en maak een woord waarin ‘dit allemaal’ opgesloten is. Natuurlijk zijn er pogingen tot vertaling gedaan (‘éducation’ en ‘permanent’ zonder woordenboek vertalen kan iedere leerling in een 4e-5e klas middelbare school!) Maar de bezwaren tegen de Nederlandse woorden zullen op elke commissievergadering en conferentie van de deskundigen geopperd zijn. Bezwaren die vermoedelijk niet tegen het Nederlandse woord als zodanig geuit zijn, maar tegen de gevoelswaarde, de associaties, de bijbetekenissen enz. die het Nederlandse woord mee zou slepen.
Laten we permanent maar overslaan, ons beperken tot de éducation en ons een gedachtenwisseling over de vertaling voorstellen.
Opvoeding. Dat is de vertaling van Van Dale. Het woord is te etisch, te idealistisch, te paternalistisch. Mensen willen niet meer opgevoed worden. Opvoeding doet te veel denken aan ‘nette manieren bijbrengen’: ieder net, keurig persoon weet ‘hoe het hoort’; dat is de bekroning van zijn opvoeding. Opvoeden is betuttelen.
Begeleiding. Gaat helemaal niet. Hou op met begeleiding! Alles en iedereen moet tegenwoordig ‘begeleid’ worden. Het woord maakt je ziek. Mogen we alstublieft zonder begeleiding leven?
Onderwijs. Bijsmaak van ‘schools’. Ruikt naar de cijfers, de proefwerken, de klassen; naar zitten-blijven en schoolmeesters die alles beter weten.
Opleiding. ls het ook niet. ‘Opleiding’ doet denken aan een cursus met een diploma als dessert; een opleiding is een afgesloten geheel, je wordt klaar gemaakt voor een bepaald beroep.
Vorming. Dat zou het kúnnen zijn als er niet zoveel anders aan vastzat. Vorming is anderen vormen, mooier en beter maken (willen ze dat wel? wat is mooier en beter?) Vormingswerk, is dat niet een privilege van de volkshogeschool? Of van cursussen-voor-volwassenen? Bloemen schikken, Engelse conversatie... Het Hollands Maandblad heeft in zijn vorige jaargang in plaats van vormingswerk gesproken van vormingzwerk: de dreiging van de levenslange cursus om steeds meer te weten, te kunnen en te zijn.
Scholing. Heeft iets van opleiding. Is weer het klaar maken voor een bepaalde taak. Denk eens aan bijscholing, omscholing, herscholing.
En zo kan de wisseling van woorden nog een tijd doorgaan. Sturing... Bijsturing... Ontwikkeling. Alles wordt verworpen. Geen enkel woord geeft nauwkeurig weer wat in education permanente aangeboden wordt.