U vraagt
Wat het Nederlands is voor cancellen (kènsullen). Gewoon afgelasten. □ Afnokken is een heerlijk woord; men zegt dat ook dit aan het Engels ontleend is. Het betekent niet kènsullen. □ Die klachten zijn niet helemaal onbevooroordeeld, schreef O.T. onlangs (blz. 8). Mag dat wel? Is de klacht of de klager onbevooroordeeld? Afgezien van die voorzichtige dubbele ontkenning, moeten we toegeven dat de zin wat scherper had kunnen zijn. Toch niet zo gauw mopperen: een bijvoeglijk naamwoord heeft veel functies. Een juridisch student is niet juridisch, hij studeert de juridische wetenschap; deze wetenschap is niet juridisch maar betreft het jus. Enz., zo ook gezonde kost en Duitse les □ Een scherp opletter heeft het in Het Parool (12-3-63) over de tv-hennen: dat is nu de tweede keer dat hen dat overkomt, ze weten wat hen te wachten staat, er werd hen geen strobreed in de weg gelegd. Al deze hennen moeten hunnen zijn. Neem liever ze. Dat is altijd goed. □ Uit een brief: die ziekte haalt een lelijke rekening door onze trouwplannen. En dat heeft dan gymnasium alfa! □ Een bolroemdanseres had het in een krante-interview over ‘goede make-up en géén kousen want daarvan zie je de bovenkant, als je erg hevig danst en daardoor glij je gemakkelijk uit in je schoenen.’ Elke danseres zou in haar schoenen uitglijden als zij de bovenkant van haar kousen zag. Het doet je denken aan dat toppunt van lenigheid: het stuitje tegen de borst. □ Gevraagd een lijst van ‘hinderlijke stopwoorden’ in gesprekken. Dat is onbegonnen werk. Er moet in elk gesprek een beetje - wat de communicatietechnici noemen - redundancy (overtolligheid) zijn. Zo maar uit ons hoofd: hooris, moejesluistere, voejewel, weetje, snapje, zeg ik maar zo, niewaar, ikbedoel, zo gezegd, bij wijze van spreken, eerlijk gezegd, op een gegeven ogenblik, eigenlijk. En ook wel: ergens.
Nu is het maar de vraag of dat allemaal hinderlijk is; we moeten met onze woorden ook de informatie aan elkaar lijmen en er zijn zoveel soorten gesprekken. □ Dezelfde man vraagt een lijst van vreemde woorden die dikwijls verkeerd worden uitgesproken. Nou, moejesluistere: kategorie, alinea, pagina, normaliter, petroleum, notulen: géén klemtoon op de één-na-laatste lettergreep. En juridisch met de j van jan en niet van jeanne. □ Wat wil die man met die lijstjes doen? Een boekje maken: hoe hoort het eigenlijk? □ Over tandschoon hebben we ons al eens opgewonden. Maar wat zegt nu het grootste aller Nederlandse woordenboeken, deel V blz. 1860? Handschoon = zijne handen verschoonende, sparende. Daaruit volgt dus dat tandschoon zou kunnen betekenen zijne tanden verschoonende. Wat nu? □ Dat wij de quiz een kwis noemden, heeft sommigen in toorn doen ontbranden. Ze zeggen: òf Engels òf Nederlands, maar geen tussending. Dat vinden wij niet. Resen en trenen en keekje mag (als het ons aanging...) een Nederlandse spelling hebben. Daarom heeft de gekote lens (in een fotoblad) onze zegen. Als gekoot gek is, dan is gecoat dat niet minder. □ Nogmaals ‘een groot aantal’. Er zit een verschil tussen enkelvoud en meervoud. ‘Een groot aantal kisten wordt uitgeladen’ drukt een eenheid uit: het samen ingeladen worden, met ‘een groot aantal eieren liggen daar te verrotten’ denkt u als het ware aan elk eitje apart. Let ook eens op ‘een heleboel’. □ Vademeca als meervoud van vademecum nu ook eens echt geschreven gezien. Gewoon vademecums. Het staat algemeen-ontwikkeld als u centra, collegae, lustra, doses en soli gebruikt, maar kijk niet minachtend neer op de kantoorjongen die met vermoeiende avondcursussen (kent u het echte meervoud van cursus?) niet verder is gekomen dan centrums, lustrums, collega's, dosissen en solo's; soli kent de Woordenlijst niet
eens! Hij heeft, naar we vurig hopen, centra's en prospecti afgeleerd. □ Wees daarom bescheiden met uw briljante talenkennis. Schrijf gerust: cadeaus. Dat moet trouwens.