Mevrouw de voorzitter!
Nu het geen ongewone zaak meer is dat een vrouw vergaderingen voorzit die vroeger uitsluitend door mannen werden voorgezeten, vraagt men zich af hoe men deze vrouw dient aan te spreken. In de Kamer is al gepleit voor ‘mevrouw de voorzitter’. Wij sluiten ons gaarne bij die opvating aan. Het betreft hier een ‘neutrale’ functie die zowel mannen als vrouwen kunnen bekleden. Vergelijkbaar ermee is het woord arts of dokter. Het woord zou zich dan kunnen voegen bij de zg. gemeenkunnige woorden, ondanks het mannelijke -er. Het vrouwelijke -ster maakt een woord als voorzitster of wethoudster er niet mooier op. Geldt het een officiële maatregel waarbij iemand een officiëel ambt wordt opgelegd, dan is er zelfs geen ontkomen aan: professor, hoogleraar, lector, dus niet: hooglerares, lectrice. Enige soepelheid moet men intussen wel kunnen betrachten. Wordt een vrouw benoemd in de functie van geneesheer-directeur van een ziekenhuis, dan wordt haar titel... Scholen kennen naast de directeur een directrice, naast de rector een rectrix of rectrice. Een vrouw als redacteur is een redactrice, een vrouw als acteur is een actrice, maar de vrouw als auteur? Goede smaak en gevoel voor stijl moeten ons leiden.