Geknipt voor u
De Nederlandse tekst is, wanneer je sweet music wilt zingen, vaak zeer moeilijk. De bekende operazanger Frans Vroons heeft eens gezegd dat de vele klinkers en medeklinkers die onze taal rijk is, het zo moeilijk maken de taal zoet-vloeiend te maken en dat is het, geloof ik, precies waar het om draait.
Uit een vraaggesprek met de zanger Jan van der Most in de KRO-gids, 3 januari 1959.
Ik heb graag ook een Nederlands liedje in mijn programma. Maar.. de Nederlandse radio of televisie wil mij geen Nederlands laten zingen. Toen ik een keer in een Belgisch tv-programma een van mijn (Nederlandse) liedjes wilde zingen, werd ik meteen door mijn Nederlandse impresario opgebeld met de mededeling dat hij hier sterk tegen was. Dit wilde ik u alleen maar vertellen als mijn ervaring inzake het Nederlandse lied.
Uit een brief van de zangeres Monica Witkowna in de Telegraaf, 9 januari 1959.
Het woord cabaret met de bekoring van zijn Franse klank, vindt in de officiële dictionaire een weinig poëtisch equivalent wanneer het in het Hollands vertaald ‘kroeg’ luidt. Over het algemeen blijft vertalen een hachelijk werk, want als we ons realiseren dat Casanova in het Hollands eigenlijk Nieuwenhuis geheten zou hebben, blijven we maar liever onder de bekoring van de uitheemse tongval en laten we Casanova Casanova blijven. Bovendien, is een ‘cabaret’ eigenlijk wel een ‘kroeg’? Net zo min als een bistro te vergelijken is met enig etablissement hier te lande, net zo min is een ‘cabaret’ een ‘kroeg’.
Cruys Voorbergh in ‘Cabaret’, uitg. Bruna, Utrecht, blz. 26.
De Penningmeester verzoekt leden en lezers hun bijdrage over 1959 zo spoedig mogelijk over te schrijven op de postgirorekening van de Administratie van Onze Taal nr. 529740.