Taaie taalliaan
(J.K.) De volgende zin is met wortels en al uitgegraven in het holst van de ondoordringbare Nederlandse taalwildernis; namelijk uit de notariële acte. Misschien loopt hij nog uit als hij in een potje wordt gezet. Ik ben zelf notaris, maar mocht een van Uw lezers mij ten naastenbij kunnen uitleggen wat de zin betekent, dan kan hij zich overtuigd houden van mijn erkentelijkheid.
‘Dat, mocht te eeniger tijd de vordering van de Bank het bedrag, hetwelk de Bank op grond van de bij deze acte door hem verleende hypotheek mocht blijken te kunnen verhalen, overschrijden, hij ingeval van stagnatie, surséance van betaling, faillissement, minnelijk of gerechtelijk accoord of beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap van den debiteur, hoewel hij hetzij bij uitwinning, hetzij vrijwillig de schuld aan de Bank gedeeltelijk zal hebben gekweten en dus zijn verhaal tot vrijwaring zal hebben tegen den debiteur, niet in den boedel zal opkomen om te zijnen bate de uitkeering over het bedrag zijner vordering te ontvangen en dat hij voorts hierbij aan de Bank cedeert en haar in eigendom overdraagt, zulks tot meerdere zekerheid van hare alsdan resteerende vorderingen en engagementen ten laste van den debiteur, zijne vordering ontstaan uit vorenbedoelde vrijwaringsplicht met het recht de uitkeering daarover in mindering van de vorderingen van de Bank op den debiteur te brengen, alsmede aan deze de cessie te doen beteekenen en accoorden betreffende de gecedeerde vordering aan te gaan.’