U vraagt,
wat het verleden deelwoord van ‘douchen’ is. ‘Gedoucht’ natuurlijk. Niet alle woordenboeken geven het op. Het valt ons tegen, dat de nieuwe woordenlijst het werkwoord niet kent. Na de oorlog is in tienduizenden woningen dit schoonmaakding gezet, zodat het een ‘snelgroeiend’ werkwoord is. In de woordenlijst staat wel ‘doeane’ naast ‘douane’, maar hij kent geen ‘doesjen’. Die sj is iets anders dan in ‘Loesje’. Overigens, wij hebben het in dit nummer zo veel over wetboeken: het Nederlandse wetboek, dat het leven in de gevangenissen betuttelt, heeft het over stortbad. Veel mooier. □ Met ‘geplanned’ is de zaak niet zo eenvoudig. Het is een walgelijk woord, maar als iemand ons de spelling er van vraagt, moeten we antwoord geven. Schrijf maar ‘gepland’, volgens de regels plennen - plenden - geplend. Aan de e zal wel niemand willen: de ‘trem’ is ook mislukt en de ‘sjem’ is zelfs nog ongeboren. De moeilijkheid is natuurlijk, dat U ‘geplanned’ (van voren Nederlands, van achteren Engels) wel met è uitspeekt en van ‘gepland’ ‘geplant’ maakt. Dan wordt het tijd om een keuze te maken uit: een plan maken, hebben, beramen, bedenken, verzinnen, ontwerpen, uitstippelen, vormen, smeden, bespreken, overleggen, in elkaar zetten en (onder schooljongens) in elkaar draaien. □ ‘Ik hoop niet, dat ik U beledig’ moet zijn ‘ik hoop, dat ik U niet beledig’, volgens iemand. Alles goed en wel, taal is geen logica en het woordje niet in de taal wel het allerminst. ‘Lieveling, wat ik allemaal niet voor je zou willen doen!’, hebben wij wel eens nog niet-getrouwden tot elkaar horen zeggen. □ O.T.-juni zei, dat ‘schade’ alleen ‘stoffelijk onheil’ betekent. Dat was niet juist, getuige de
zinnen: dat berokkent schade aan zijn ziel; ik zal mijn schade inhalen, enz. □ ‘Op zichzelf - op zich’ noemen enkelen ook een Protestants-Katholiek verschil in de taal. Misschien is dat zo. Wij kunnen het niet verklaren. □ Wij hebben eens gedurfd een uitleg te geven van het gebruik van ambtenaar-beambte. Een spoorwegman deelt ons nu mee, dat de N.S. alleen maar ‘ambtenaren’ kennen; vermoedelijk, zo zegt hij, omdat beambte te gewoon was. □ ‘Vele dieren zijn uitgestorven of naar andere streken gewandert.’ Dat is een mode, die ons kwaad maakt. Geen trekvogels meer, maar wandervogels. Met gitaar, witte kniekousen, leren broeken en lustig ist das Zigeunerleben. □ Een knipsel uit een artikel: deze prestatie behoort tot (!) één van de meest belangrijke (!) leistungen. Zo wordt de wereld bedrogen.. □ Dateert de uitdrukking ‘gebelgd zijn’ uit de tijd van de Belgische opstand? 't Lijkt er niet op. De uitdrukking is oeroud. Het is natuurlijk wel mogelijk, dat in die tijd een of andere schrijver daarmee een actueel woordenspelletje deed. □ Wat moet het zijn ‘zij worden gewezen op hun fouten’ of ‘hun wordt gewezen enz.’? Het tweede. Wijzen ten behoeve of gunste van iemand op de fouten. Het derde-naamvalskarakter is misschien niet zo erg duidelijk, een vergelijking met ‘tonen’ helpt. De twijfel zit een beetje in de hoek van ‘hij/hem wordt verzocht’. □ ‘Overleggen’ is een lastig werkwoord. In een verslag van een proces ‘overlegde de raadsman de president een verklaring’. Moet zijn ‘legde over’. Het eerste betekent ‘overwegen’. Opletten op de klemtoon, net als in de fraaie zin: het kan voorkomen, dat een heer met voorkomen niet kan voorkomen dat hij moet voorkomen. □ Flauwe zin, maar wel geschikt om
buitenlanders te tonen, dat de klemtoon in het Nederlands een bijzonder geval is. □ Het Spaanse sastreria (O.T. pag. 32) is niet schoenmakerij maar kleermakerij. □ In Amsterdam is de Prins en gracht, in Den Haag de Prins e gracht. Hoe zit dat? Niets doodt de geest meer dan de eenvormigheid. De Amsterdammers doen het goed, men denke aan prinsenkind, prinsenvlag, prinsenhof, prinsenleven. Het uitgangspunt was vroeger de zg. zwakke tweede naamval op -en. Ook in de wat de krant noemt nieuwe spelling blijft het prinsen-, maar daarin is de regel anders geformuleerd. Ondertussen moeten die Hagenaars op een verkeerde gracht lopen. □ ‘Schiemannen’ is afgeleid van ‘schieman’, en dat weer van ‘schipman’. Het werkwoord betekent, gelijk U overal kunt vinden, ‘rondlopen op een schip om te kijken of er een of ander karweitje op te knappen valt’. Zeg nu maar, dat het Nederlands zo'n omslachtige taal is: 17 woorden opgevangen in één! □ ‘Overlappen’ is ook zo'n woord. Alleen jammer, dat het van to overlap komt, maar het zou kinderachtig zijn vol te houden, dat taaloverneming geen taalverrijking kan zijn. De T.H. in Delft kan niet meer buiten ‘overlappen’. Een vergelijking tussen ‘plannen’ (è) en ‘overlappen’ (à) leert ons, dat het laatste mooi ingeburgerd is. Het deelwoord is dan ook niet ‘overlapped’ maar ‘overlapt’. Het past in vorm en betekenis bij ons Ned. ‘lappen’.