The old Dutch language
De meesten zal Boorman, de hoofdpersoon uit Willem Elsschot's sarcastische roman Lijmen, wel bekend zijn. Deze wijsgerige kenner van des mensen zwakheden en ijdelheden slaat zijn klanten om de oren met grootse namen en titels. Met de uit de duim gezogen General Board of the United States General Press Corporation lijmt hij de goedhartige moeder Lauwereyssen. Aan deze sympathieke praatjesmaker moesten wij denken, toen wij onlangs een regenjas ‘chemisch’ lieten reinigen. De inrichting, die deze operatie - overigens keurig - voor ons verrichtte, heette Frisian Cleaner. Een Friese vlag op de winkelruit moest dat nog eens duidelijk maken. Na het vakkundige cleaneren van de cleaner bleef ons een duizelig gevoel over van in een wel wat lachwekkend land te leven. Op de winkelruiten leidt een vreemde taal een geheimzinnig en hardnekkig leven. Een taal, die wij overigens altijd graag hebben gehoord en gelezen en waartegen wij niet het minste bezwaar koesteren.
Het kost heel weinig moeite een bladzijde vol te drukken met Engelse namen van Nederlandse winkels, firma's en producten. Een wandeling door de steden of een beetje bladeren in een telefoonboek is daarvoor ruimschoots voldoende. In recht en krom Engels zien ons dan de namen aan. De Nederlanders laten hun hond een goede beurt geven in de Dogs Beauty Shop, kopen overschoenen in de American Rain Clothing, drinken koffie in The New Corner, thee in de Tearoom, melk in de Milkbar, lepelen ijs in de Icebar, happen een broodje paling in de Snackbar, een zure haring in Twelve o'Clock, laten hun oude radio nakijken in de Radio Shack, kopen sigaren in Dutch Glory, herenbaai in Smokers' Paradise, een vulpen in de Penshop, een tijdschrift in de Bookshop, een bos tulpen in de Flowershop, iets heel bijzonders in The Exclusive House, van alles en nog wat in The American Saleshouse, tennisballen in The House of Sports, voetbalschoenen in The House for Sportsmen, een overhemd in City House, een stropdas in Gentlemen's Club, een dameshoed in The Smart Lady, een luierbroekje in Baby's Delight, laten hun jas reinigen in One Hour Cleaning Service, leren de danspassen in The Institute for Modern and Old Dances, rekken hun spieren in The Institute for Body Building, maken zich mooi in The Academy for Beauty Culture, laven zich aan een borrel in The Old Dutch Inn, kopen voor een kennis een blauw porseleinen bordje in The Old Dutch Mill (Dutcher dan met deze letters gaat het niet), en roken - neen, geen namen noemen, het merk hangt af van hun maatschappelijke welstand, maar of de Nederlandse sigaretten nu duur dan wel goedkoop zijn, één ding hebben ze gemeen: een Engelse naam. Deze zomer had een familielid van ons een gast uit Engeland. We hebben samen menige prettige tocht gemaakt en hij heeft hartelijk gelachen om de winkelruiten, maar hij vond dat van de sigaretten toch wel jammer, want hij had zo graag een pakje met een Nederlandse naam meegenomen.
Gelukkig kenden wij de gemeenplaats uit Shakespeare uit ons hoofd en wij hebben hem verteld, dat een rose smells as sweet en de sigaret dus ook wel.
O vreemde Hovaardij, die ons eighen Lantsingeboren een kromtongh koeterwaals maakt! O ghij, Nederlanders, waackt op, jaacht dese hoochmoedighe vreemdelingh, die hier dus langh de meester heeft ghemaackt, wederom naar huys!
Brederode.