Onze lezers over ‘rechtevoort’
Een Vlaamse vriend schreef ons naar aanleiding van ‘Rechtevoort’ in O.T., Sept. 1949, blz. 39: Dit woord is ons Zuidnederlanders uit West-Vlaanderen 1e. wel bekend in zijn Mnl. betekenis van ‘in rechte richting’, b.v. A: ‘Ben ik op den rechten weg?’ B. ‘Ja meneer, rijd maar, ge gaat er kommen!’; 2e in zijn Zaanlandse betekenis, mij althans, onbekend; we zeggen nu ‘rechtuit’. ‘Ik ga rechtuit voortdoen’, d.i. dadelijk.
Vader Gezelle tekende uit Fr. Vl. op: rechtegens (d.i. op staanden voet).
Een andere lezer vermeldt ‘tegenwoordig’, ‘in dezen tijd’ als betekenis van rechtevoort in den Achterhoek.