Slagroom
Gaat Charivarius niet te ver, als hij dit woord (niet de zaak, hoor!) wil uitroeien en deze lekkernij kloproom wil noemen?
Past op, lezers, laten wij Charivarius in ere houden! Wie van ons heeft zo kloekmoedig het taalbederf bestreden als hij? Maar natuurlijk, in dit opzicht is hij net als wij: hij vergist zich ook wel eens. En in het onderhavige geval vergist hij zich in zoverre, dat hij slagroom afkeurt; niet, hierin, dat hij de door dit woord aangeduide zaak met kloproom betitelt. De room wordt toch immers ook geklopt. Heus, 't is een mooi woord. Maar slagroom is even goed. Want de behandeling, die de room ondergaat om tot zo'n heerlijke, luchtige massa te worden, mag men gerust slaan noemen. Slagroom, zegt het W.N.T., is zeer vette room, die door afkoelen en slaan dik gemaakt kan worden. Het gebruik van slaan in dezen zin is al vrij oud. Het betekent dan: door herhaalde slagen vermengen, kloppen. In een oud ‘Koockboeck’ kan men de volgende voorschriften vinden: ‘Neemt Peterselie, Majoleyne, ende stootse, ende wat Caes cleyne geraspt met eenen Doyer van een Eye t'samen geslagen’, en: ‘Neemt Rooswater ende slater Eyeren in’; ja, men wist vroeger ook wel wat lekker was! Slaan en kloppen zijn beide goed Nederlands. Maar bij de vorming van een zelfstandig naamw. voor geslagen of geklopten room heeft slaan het nu eenmaal gewonnen: slagroom.