Ont- en ont-
Een lezer schrijft ons: In ‘Onze Taal’ van November lees ik met belangstelling de beschouwing over ‘ont-’.
Naar ik meen, zijn er twee voorvoegsels van dien aard, van geheel dezelfde klank, maar geheel verschillende betekenis. Het ene heeft privatieve functie, als in ontkleden; het andere inchoatieve strekking, als in ontbloten. Alleen door dit verschil in het oog te houden kan men verklaren, dat ontkleden en ontbloten ongeveer dezelfde betekenis hebben.
Het inchoatieve ont- vindt men b.v. in ontsteken, transitief: een vreugdevuur, of intransitief: (in woede) ontbranden, ontbijten, ontvangen, ontstaan, ontvlammen, ontnuchteren (in de zin van: tot zich zelven komen; in de zin van zijn eerste maaltijd gebruiken, - in welke betekenis ik het zelf niet licht zou gebruiken - zou het privatieve functie hebben), ontspruiten, ontspringen (van een rivier).
Het privatieve ont- komt veel meer voor: ontmantelen, ontdoen, ontdekken, ontluizen, onthoofden, e.t.q. Dit ont- is, meen ik, nog productief; men kan de taal met nieuwe vormingen van dien aard verrijken, wanneer men enige fantasie heeft en taalgevoel.
Ik meen dus niet, dat men met contaminatie te doen heeft: het zijn twee in dezen verschillende voorvoegsels.
Terwijl ik dit schrijf, bedenk ik, dat er waarschijnlijk nog een derde ‘ont-’ moet worden onderscheiden, n.l. dat in ontlopen, ontduiken, ontspringen (transitief: den dans), ontkomen. Men zou de strekking van dit derde ‘ont-’ wellicht het best kunnen aanduiden als frustratief; dit derde ont- lijkt mij nauwer verwant aan het privatieve, dan aan het inchoatieve.
- Het onscheidbaar voorvoegsel ont- verdient inderdaad alle aandacht.
Behalve de drie betekenissen van het onscheidbare voorvoegsel ont-, door den lezer genoemd, zijn er nog meer. Het merkwaardige is dat ont- en ont- o.a. geheel tegengestelde betekenissen uitdrukken: nadering en verwijdering.
In het Woordenboek der Nederlandse Taal vinden wij wat betreft ont- een zeer gedocumenteerde uiteenzetting, waarnaar de lezer zij verwezen. Het zou te veel plaatsruimte nemen die gehele uiteenzetting hier op te nemen. Volstaan wij met beknopte opsomming van Van Dale weer te geven.
Ont- onscheidbaar voorvoegsel waarmee werkwoorden worden gevormd. Het betekent: 1. een nadering, b.v. in ontbieden; - 2. een verwijdering, b.v. in ontlopen; - 3. een scheiding b.v. in ontbinden, ontleden; - 4. het tegenovergestelde van hetgeen het grondwoord uitdrukt, b.v. in ontladen, ontdekken; - 5. ontneming of verlies, b.v. in onteigenen, ontheiligen; - 6. het begin van een handeling, b.v. in ontbijten, ontbranden. Het door den inzender genoemde woord ontnuchteren is wel bijzonder merkwaardig, want in de twee betekenissen van dat woord heeft het voorvoegsel ont een geheel tegengestelde betekenis. De ene betekenis is: des ochtends voor het eerst iets gebruiken. (In deze betekenis wordt in afwijking van inzenders mening het woord vaak gebruikt). Hier dus de nuchterheid wegnemen. De andere betekenis is: van dronkenschap of bedwelming bevrijden. Dus precies het omgekeerde: de nuchterheid herkrijgen.
Tegenover ontbloten staan wij met open ogen te kijken zonder met het blote oog iets te zien. Het Woordenboek der Nederlandse Taal zegt hiervan:
‘Enkele ww. met ont- kunnen niet in een der bovengenoemde klassen worden gerangschikt. Eenige daarvan zijn navolgingen van vreemde woorden, b.v. met lat. de, fr. dé-, waarbij de beteekenis ook in de vreemde taal niet volkomen duidelijk meer is (vgl. b.v. ontblooten, of waarbij het ww. dat als grondwoord moet worden aangenomen, in het Nederlandsch niet bestaat, althans niet in de vereischte opvatting (vefg. b.v. ontcijferen)’.
Niet op het eerste gezicht in een klasse in te delen woorden zijn ontmoeten en ontvangen. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal komt ontmoeten van ontgemoeten, waarbij ont- het naderingsbegrip aangeeft. Gemoeten had al dezelfde betekenis als ons ontmoeten.
Evenzo ontvangen in den zin van nadering van vangen.
Het is nu eenmaal niet zo gemakkelijk de herkomst van alle woorden sinds Adam volstrekt authentiek vast te stellen. (Li).