Spelling van de ‘oe’-klank in Indonesische woorden.
Voor de Indonesische talen, in het bijzonder voor het Maleis, (waarbij men de spelling van de overige talen heeft aangepast) bestaat een officiële spelling, die zich in hoofdzaken bij het weergeven van klanken uit deze taalfamilie op de Nederlandse schrijfwijze van overeenkomstige klanken baseert. Zo wordt de klank, die weergeven met ‘dj’ ook in het Maleis met ‘dj’ geschreven, en niet zoals bv. de Engelsen doen met ‘j’.
In deze tot nu toe vastgestelde spelling werd de klank, die wij weergeven met ‘oe’ ook in Indonesische woorden weergegeven met dezelfde lettertekens. De spelling van het Maleis (thans officieel genoemd ‘het Indonesisch’) is officieel voorgeschreven en er bestaat daarom op dit gebied geen vrijheid. In wetenschappelijk opzicht zijn tegen deze spelling allerlei bezwaren in te brengen, evenals trouwens tegen zo goed als elke spelling in welke taal dan ook. Hierbij komt nog, dat men in het Maleis niet te maken heeft, zoals bv. in de Nederlandse spelling, met bepaalde tradities. Het Maleis werd immers tot voor ongeveer vijftig jaar, zo goed als altijd geschreven met Arabische karakters. Door het ontbreken van een traditie op spellingsgebied is hier het element van willekeur veel groter.
Nu heeft de regering van Indonesië onlangs officieel een verandering in de bestaande spelling aangebracht en voorgeschreven, dat de ‘oe’-klank voortaan zal worden weergegeven door het teken ‘u’. Wetenschappelijk beschouwd is dit ongetwijfeld een verbetering, aangezien een algemeen beginsel van wetenschappelijke spelling zegt, dat één klank zoveel mogelijk moet worden weergegeven door één teken (dus niet door twee tekens nl. oe). Hiertegenover kan men opmerken, dat ook door deze verandering dit beginsel niet algemeen wordt toegepast. Zo blijft men bv. de klank ‘tj’, die in het Maleis inderdaad één klank is (dus niet zoals bij ons een ‘t’ plus een ‘j’ maar een zg. gemouilleerde ‘t’) met twee tekens schrijven. Afgezien echter van deze wetenschappelijke kwestie hebben wij hier te maken met een voorgeschreven spelling, waarbij de Nederlandse regering zich wenst aan te sluiten. Er is daarom geen enkele reden om bezwaar te maken tegen het overnemen hiervan door persbureaux of dagbladen. Sommige hebben deze verandering in verband gebracht met bepaalde politieke bedoelingen. Dit is bepaald onjuist. Immers, die Indonesiërs, die een totale wijziging van spelling voorstaan uit politieke overwegingen, willen veel verder gaan en de gehele zg. ‘straits’-spelling overnemen.
Een andere vraag is, of men nu voortaan ook die Indonesische eigennamen, die men als opgenomen in het algemeen Nederlands taalgebruik kan beschouwen, op de nieuwe manier moet spellen. Practisch is het buitengewoon moeilijk hier een grens te trekken en uit te maken, welke woorden nu als Nederlands zijn te beschouwen en welke niet. Daarom lijkt het ons het beste, om de nieuwe spellingswijze algemeen in te voeren en ons daarmede ook aan te passen aan die grote groep van Nederlanders in Indonesië, die voor alle eigennamen de nieuwe spelling overnemen en dus schrijven: Bandung, Surabaja, Sukarno, Smeru, etc. (Mrs).