Samenstellingen
De voorzitter van de Broederschap van Notarissen, Dr. Ph.B. Libourel, te Delft, is een vurig minnaar van zuivere Nederlandsche taal. Ongekuischte taal is hem een gruwel, een goed gebruikt Nederlandsch woord een vreugde. Hij schrijft ons:
Behalve de woorden knarsetanden en schuddebollen zijn er in onze taal vele soortgelijk gevormde werkwoorden; bijna alle lichaamsdelen doen er aan mee.
Van boven naar beneden:
plukharen |
knipogen |
pinkogen |
lodderogen |
ringeloren |
schuimbekken |
klappertanden |
likkebaarden |
suizebollen |
knikkebollen |
reikhalzen |
schokschouderen |
lillebenen |
stampvoeten |
lillepitten |
Ietwat andere vorming:
meesmuilen |
vuilbekken |
omarmen |
omhelzen |
Vreemd is, dat ik niets met het prominente lichaamsdeel ‘neus’ heb kunnen vinden.
De enige soortgelijke vorming, niet met een lichaamsdeel verband houdende, welke ik vond is: grasduinen.
Tot zoover Dr. Libourel.
Het merkwaardige van de eerstgenoemde samenstellingen is, dat een werkwoord en een zelfstandig naamwoord verbonden worden tot een nieuw werkwoord. Het werkwoord staat voorop, het zelfstandig naamwoord achteraan. Het samengestelde woord vormt een nieuw werkwoord, dat geheel als alle andere werkwoorden wordt vervoegd. Wij vonden nog: trekkebekken. Vrijwel al deze werkwoorden kan men verklaren als een samenvatting van een lichaamsbeweging.
Wie kent nog meer van deze samenstellingen?
A propos, notaris, is er in de Broederschap, door U sinds onheuglijke tijden geleid, al een commissie werkzaam voor het ontwerpen van zuivere Nederlandsche woorden in de notariëele schrijfwijze? Of is dat een onbegonnen werk? In vele beroepen en bedrijven is men in deze richting bezig.