Bontmantel
‘Het wil me voorkomen’, schrijft de lezer, die den redacteur zoo in zijn sas gebracht heeft, ‘dat dit algemeen gebruikte woord er geen aanspraak op kan maken, zuiver Nederlandsch te zijn. Indien “bont” als een stofnaam mag worden opgevat, zou de bontmantel een bonten mantel moeten heeten, in tegenstelling van een bonte mantel, die bont gekleurd is. Bontmantel wekt bij mij den indruk van een mantel vol bont of om bont in te stoppen: houtschip, steenoven, marmergroeve enz. in tegenstelling met: houten schip, steenen oven, marmeren schoorsteen enz. (gemaakt van). Wat denkt U van ijzerdraad i.p.v. ijzeren draad, koperdraad enz.?’ Wij verschillen op dit punt met den lezer van meening. Bontmantel is een samenstelling van een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord, waarbij ‘en’ van het stoffelijk bijvoegelijk naamwoord is weggevallen. Hetzelfde is het geval met ‘ijzerdraad’ en ‘koperdraad’. Een mantel wekt niet het begrip van een inhoud, een schip, een oven, een groeve wel. In een mantel kan geen bont gestopt worden. Een bontmantel is geheel van bont gemaakt. Een koperdraad is een draad van koper. Deze samentrekkingen van een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord komen algemeen voor.