In tact
‘Al blijft in een voordracht, welke den tekst - coupures daargelaten - in tact laat,...’
Bij dit ‘in’, losgemaakt van ‘tact’, denkt men blijkbaar aan uitdrukkingen als: in orde, in zijn geheel; het Fransche ‘en’. Maar het ‘in’ van ‘intact’ (lat. -in, -im, -il, -ig, -ir) is niet ons ‘in’, maar ons ‘on’.
Incognitus, infinitus, immensus, incorruptus, incertus, indignus, insolens, integer, innocens: ongekend, oneindig, onmeetbaar, onomkoopbaar, onzeker, onwaardig, onbeschoft, onbedorven, onschuldig.
Wie ‘in tact’ schrijft, moet ook schrijven: in valide; en ingefecteerd.