‘Der vrije tijd’; een probleem
Een groote instelling vraagt een bekwamen kracht, en die kracht moet belangstelling hebben voor het probleem van het besteden der vrije tijd. Het is duidelijk dat hier een mannelijke ‘kracht’ gevraagd wordt, een ‘krachtpatser’; en zijn kracht zal hij moeten besteden aan het probleem ‘der vrije tijd’. Als hij daarna nog wat vrijen tijd over heeft, zou hij haar misschien kunnen wijden aan het probleem des spellings.