Behelzen.
Behelzen, daarnaast een enkele maal het thans verouderde ‘behalzen’; van ‘helzen’, waarnaast ‘halzen’, twee verschillende afleidingen van: hals. De eigenlijke beteekenis van behelzen is: omhelzen, en als zoodanig is het in de Middeleeuwen gewoon, doch in later tijd verouderd. Uit het begrip van omhelzen ontstaat dat van iets ‘omvatten’, geheel in zich ‘begrijpen’; verg. fr. embrasser.
Uit het begrip omvatten ontstaat dat van: bevatten, t.w. wanneer niet meer duidelijk wordt gedacht aan een zekeren omvang die binnen zekere grenzen valt; behelzen gelijkt dan minder op fr. embrasser dan op fr. contenir. Met een stoffelijke of onstoffelijke zaak als onderwerp; inzonderheid: een boek, een brief, een geschrift, een verklaring, iemands woorden en derg. als onderwerp, en als voorwerp datgene wat als de inhoud er van beschouwd wordt.